Menu voor opnemen
Over Burst
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Het opname-interval is ongeveer 0,5 seconde (DSC-W130) of 0,7 seconde (DSC-W120/W125). Het
opname-interval wordt langer afhankelijk van de instelling van het beeldformaat.
• Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de
Burst-functie.
• De scherpstelling, witbalans en belichting liggen vast op de waarden ingesteld voor de eerste opname.
Over Exposure Bracket (alleen DSC-W130)
• De scherpstelling en de witbalans worden ingesteld voor het eerste beeld en deze instellingen worden
tevens gebruikt voor de andere beelden.
• Als u de belichting handmatig instelt (pagina 49), wordt de belichting verschoven gebaseerd op de
ingestelde helderheid.
• Het opname-interval is hetzelfde als voor de Burst-functie, maar wordt langer afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan het onmogelijk zijn goede opnamen te maken met de
geselecteerde bracket-stapwaarde.
EV: De lichtintensiteit instellen
Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen.
Naar –
–2.0EV
0EV
+2.0EV
• Voor informatie over de belichting, zie pagina 9.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Als u een onderwerp opneemt onder extreem heldere of donkere omstandigheden, of als u de flitser
gebruikt, is het mogelijk dat de belichtingsinstelling niet effectief is.
Naar +
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
Naar +: Maakt het beeld helderder.
Voor informatie over de bediening
1 pagina 43
49