58
nl | Alarm:
1.
2.
3.
7.8
Alarmregels
Een alarmregel definieert welke uitgang(en) door welke ingang(en) wordt (worden)
geactiveerd. Kort gezegd kunt u met een alarmregel een camera aanpassen zodat het
automatisch reageert op verschillende alarmingangen.
Om een alarmregel te configureren, geeft u één ingang op van een fysieke aansluiting, van een
activering van een bewegingsmelder of van een aansluiting naar de LIVE-pagina van de camera.
De fysieke ingangsaansluiting kan worden geactiveerd door apparaten met spanningsloze
contacten zoals drukmeters, deurcontacten en soortgelijke apparaten.
Geef vervolgens maximaal twee (2) regeluitgangen op, of de reactie van de camera op de
ingang. Voorbeelden van uitgangen zijn onder meer: een fysiek alarmrelais, een aux-commando
of een preset-scène.
Selecteer de gewenste optie in het veld Ingang (een fysieke alarmverbinding):
–
–
–
–
Selecteer een van de volgende uitgangsopdrachten voor zowel Uitgang 1 als Uitgang 2:
Opmerking: niet alle opties zijn beschikbaar voor alle camera's.
–
–
–
–
Klik op het selectievakje Ingeschakeld om het alarm te activeren.
Klik op Instellen om op te slaan. Het systeem van de camera activeert de alarmregels.
2020-10 | 1.3 |
Klik op Voorbeelden onder het Alarm Task Editor veld om enkele voorbeeldscripts weer
te geven. Er wordt een nieuw venster geopend.
Voer nieuwe scripts in het veld Alarm Task Editor of pas bestaande scripts aan uw
wensen aan.
Als u klaar bent, klikt u op Instellen om de scripts op te slaan in het apparaat. Als de
verzending is voltooid, verschijnt het bericht Parseren van script is geslaagd. boven het
tekstveld. Als de verzending is mislukt, verschijnt er een foutmelding met verdere
informatie.
Video Analytics/MOTION+: als u deze optie selecteert, start er een alarm wanneer IVA of
bewegingsdetectie wordt geactiveerd.
Verbinding: als u deze optie selecteert, start er een alarm wanneer er wordt geprobeerd
toegang te krijgen tot het IP-adres van de camera.
Tijd: als u deze optie selecteert, wordt rechts een invoerveld weergegeven. In dit veld
voert u de tijd in voor activering van het alarm in uren en minuten. (De standaardwaarde
is 00:00.)
Tijdbereik: als u deze optie selecteert, worden rechts twee invoervelden weergegeven. In
deze velden voert u het tijdbereik in voor activering van het alarm in uren en minuten. (De
standaardwaarden zijn 00:00 en 00:00.)
Geen: er is geen opdracht gedefinieerd.
AUX aan: een standaard of aangepaste bedieningspaneelopdracht AAN definiëren.
AUX uit: een standaard of aangepaste bedieningspaneelopdracht UIT definiëren.
Preset: definieert een preset van opname 1-256. (Opmerking: deze optie is niet
beschikbaar voor de ingang Tijdbereik.)
Bedieningshandleiding
MIC IP fusion 9000i
Bosch Security Systems