32
nl | Camera
Opmerking: U kunt de waarde in dit veld alleen wijzigen als u een duur selecteert in het veld
Gemiddelde periode. Als u geen Gemiddelde periode selecteert, wordt het veld Gewenste
bitrate grijs weergegeven.
Coderingsinterval
De schuifregelaar Coderingsinterval bepaalt het interval waarmee beelden worden gecodeerd
en verzonden. Dit kan met name handig zijn voor lage bandbreedten. De beeldrate wordt naast
de schuifregelaar weergegeven.
Videoresolutie
Selecteer de gewenste resolutie van de videobeelden.
Opmerking: Met de waarde in dit veld past u alleen de resolutie voor SD-streams aan.
Expert-instellingen
Gebruik indien nodig de Expert-instellingen om de kwaliteit van de I-frames en de P-frames zo
aan te passen aan specifieke eisen. De instelling is gebaseerd op de H.264-
kwantificeringsparameter (QP).
I-frame-afstand
Gebruik de schuifregelaar om de afstand tussen I-frames in te stellen op Auto of tussen 3 en
255. De waarde 3 geeft aan dat elke derde afbeelding een I-frame is. Hoe lager het getal, hoe
meer I-frames worden gegenereerd.
Houd er rekening mee dat de ondersteunde waarden worden bepaald door de instelling van
de GOP-structuur. Met IBP worden bijvoorbeeld alleen even waarden ondersteund; als u IBBP
hebt geselecteerd, wordt alleen 3 of veelvouden van 3 ondersteund.
Verbeterde voorspelling toestaan
Deze functie maakt meerdere verwijzingen in H.264- en H.265-streams, waardoor de bitrate
kan afnemen. Omdat sommige decoders deze functie niet ondersteunen, kan de functie
worden uitgeschakeld.
Min. P-frame QP
Met deze parameter kunt u de beeldkwaliteit van de P-frame aanpassen en de onderste
grenswaarde voor de kwantificering van de P-frame bepalen, en daarmee de maximaal
haalbare kwaliteit van de P-frames. De Quantization Parameter (QP) geeft in het H.264-
protocol de mate van compressie aan, dat wil zeggen de beeldkwaliteit van elk frame. Hoe
lager de kwantificering van de P-frame (QP-waarde), des te hoger de coderingskwaliteit (en
dus de beste beeldkwaliteit) en des te lager de beeldvernieuwingsfactor die afhankelijk is van
de instellingen voor de maximale gegevenssnelheid in de netwerkinstellingen. Een hogere
kwantificeringswaarde resulteert in lage beeldkwaliteit en lagere netwerkbelasting. Doorgaans
liggen QP-waarden tussen 18 en 30.
Bij de basisinstelling Auto wordt de kwaliteit automatisch aangepast aan de instellingen voor
de beeldkwaliteit voor de P-frames.
I/P-frame delta QP
Deze parameter stelt de verhouding van de kwantificering (QP) voor het I-frame tot de
kwantificering (QP) voor het P-frame in. U kunt bijvoorbeeld een lagere waarde instellen voor
I-frames door de schuifregelaar naar een negatieve waarde te verplaatsen. Hierdoor wordt de
kwaliteit van de I-frames ten opzichte van de P-frames verbeterd. De totale gegevensbelasting
neemt toe, maar alleen met de grootte van de I-frames. De basisinstelling Auto stelt
automatisch de optimale combinatie van beweging en beelddefinitie (focus) in.
Om de hoogste kwaliteit bij de laagste bandbreedte te behalen, zelfs bij meer beweging in het
beeld, configureert u de kwaliteitsinstellingen als volgt:
1.
2020-10 | 1.3 |
Houd rekening met de gebiedsdekking gedurende normale beweging in de voorbeeld-
beelden.
Bedieningshandleiding
MIC IP fusion 9000i
Bosch Security Systems