Lopen daar waar het erg druk is.
Vaak opstaan en weer gaan zitten.
Uitvoeren van inspannende oefeningen (basketbal, tennis,
badminton, etc.).
Fietsen/bus gebruiken.
Traplopen of wandelen.
Vaak van snelheid veranderen.
Snel lopen over korte afstanden.
Zonder te lopen continu met uw armen slingeren.
10. Hartslagmeter
In de tijdmodus
Knop
[C] of [D]
ingedrukt
houden
of
ongeacht welke
knop indrukken
(behalve [A]) Meting beëindigen
Beschrijving
[C] of [D] ingedrukt houden tot
beeldscherm aangegeven wordt
Tijdens het meten knippert
Het gemeten hartslagsignaal wordt na een
tijdje aangegeven.
op het
.
NL/BE
145