9.3. Meting staplengte
Bij het lopen komt de staplengte overeen met de afstand tussen
de top van de tenen van ene voet en dat van de andere.
Voorbeeld gebaseerd op 10 loopstappen:
Gelopen afstand = 6 Meter.
6,0 m afstand ÷ 10 stappen = 60 cm per stap
10
TIP: Hoe meer stappen er gezet worden, des te
nauwkeuriger is de meting van de staplengte.
De pedometer kan stappen missen door het meten van
de armzwaaien van de gebruiker. De hieronder vermelde
activiteiten kunnen de meetnauwkeurigheid beïnvloeden:
Het product te losjes dragen.
De handen in de zakken steken.
Het product aan een rugzak hangen, etc.
Het dragen van handschoenen of klompen tijdens het
lopen.
144 NL/BE
2
3
6,0 m
1