Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3,6-44,3mm 12X gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur
4 305 21
3,5-94,5 mm 27X gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur
4 305 22
3,6-44,3mm 12X waterdichte gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur
4 305 23
3,5-94,5 mm 27X waterdichte gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur
4 305 24
3,5-129,5 mm 37X waterdichte gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur
4 305 25
GEBRUIKSHANDLEIDING
4 305 21
4 305 23
4 305 22
4 305 24/25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor LEGRAND 4 305 21

  • Pagina 1 3,6-44,3mm 12X gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur 4 305 21 3,5-94,5 mm 27X gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur 4 305 22 3,6-44,3mm 12X waterdichte gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur 4 305 23 3,5-94,5 mm 27X waterdichte gemotoriseerde koepelcamera met dag/nacht-modus en kleur...
  • Pagina 2: Belangrijke Veiligheidsrichtlijnen

    Belangrijke veiligheidsrichtlijnen Lees aandachtig alle instructies en neem ze in acht Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies alvorens u het product gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding Bewaar deze handleiding om ze in de toekomst te raadplegen. Hulpstukken / Toebehoren Gebruik uitsluitend de hulpstukken en het toebehoren dat aangegeven wordt door de fabrikant. Installatie ...
  • Pagina 3: Opgelet

    OPGELET Bediening  Zorg ervoor dat de voeding en dergelijke correct geïnstalleerd zijn alvorens u het product gaat gebruiken.  Als u tijdens de bediening enige abnormale omstandigheden of storingen waarneemt, dient u onmiddellijk te stoppen het product te gebruiken en contact op te nemen met uw plaatselijke verdeler. Behandeling ...
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Instelling DIP-schakelaar ......................... 15 Installatie bij inwerking in het plafond (Model 4 305 21)..............19 Installatie met steun voor montage op het oppervlak (Model 4 305 21) ........20 Rechtstreekse installatie op het plafond (Model 4 305 22)..............21 Installatie met behulp van steun voor inwerking in het plafond (Model 4 305 22)......22 Installatie met behulp van steun voor montage op het plafond (Model 4 305 22) ......
  • Pagina 5 Camera-instelling (Instellingsmenu koepelcamera) ................43 Bewegingsinstelling ..........................47 Voorinstellingen instellen ........................50 Draaibewegingsinstelling ........................53 Patrooninstelling ............................54 4.10 Instelling groep ............................55 4.11 Systeeminitialisering ..........................58 Specificaties............................60 Afmetingen ..............................65...
  • Pagina 6: Inleiding

    1 INLEIDING 1.1 MODELCODE Ref. 4 305 21 4 305 22 4 305 23 4 305 24 4 305 25 Mini plastic Mini aluminium Mini aluminium Aluminium Aluminium klein met ventilator/ met ventilator/ met ventilator/ met ventilator/ Serie verwarmer verwarmer...
  • Pagina 7  Dankzij de vectoraandrijvingstechnologie worden pan / schuine stand-bewegingen verwezenlijkt via de kortste weg. Bijgevolg is er opmerkelijk weinig tijd nodig om het gewenste beeld te verkrijgen en zorgt de video op het scherm voor een zeer natuurlijke controle.  Dankzij de microstap-controletechnologie lijkt de video zeer natuurlijk bij een hoge zoomvergroting tijdens een knikactie op een regelaar, aangezien de camera aan 0,05/sec geregeld kan worden.
  • Pagina 8: Functie In/Uit Alarm

    4 305 22 : 4 invoeren voor alarmsensoren en 2 relais voor alarmuitvoer  4 305 21/4 305 23/4 305 24/4 305 25 : 3 invoeren voor alarmsensoren en 1 uitvoer voor alarmsensoren  De invoer voor alarmsensoren wordt gescheiden met opto-koppelingen om externe elektrische storingen en schokken perfect te vermijden.
  • Pagina 9: Samenstelling Pakket

    1.3 Samenstelling pakket (Model 4 305 21) Product & Toebehoren (Model 4 305 21) Product & Toebehoren Hoofdhuis & Steun voor montage op oppervlak Hoofdhuis & Steun voor montage op oppervlak Standaard toebehoren Standaard toebehoren [Hoofdkabel, Calblock, schroeven: tappend M4 [Hoofdkabel, Calblock, schroeven: tappend M416, tappend...
  • Pagina 10 (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25) Product & Toebehoren (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25) Product & Toebehoren Standaard toebehoren Standaard toebehoren Hoofdhuis & Steun voor montage op oppervlak Hoofdhuis & Steun voor montage op oppervlak [Hoofdkabel, sleutel] [Hoofdkabel, sleutel] Arm voor montage op de muur...
  • Pagina 11: Beschrijving Voornaamste Onderdelen

    1.4 Beschrijving voornaamste onderdelen Beschrijving voornaamste onderdelen (Model 4 305 21)  Koepeldeksel Verwijder de bescherming van het koepeldeksel niet vóór het volledige Verwijder de bescherming van het koepeldeksel niet vóór het volledige Verwijder de bescherming van het koepeldeksel niet vóór het volledige installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen krassen en stof.
  • Pagina 12 (Model 4 305 22)  Koepeldeksel Verwijder de bescherming niet van het koepeldeksel alvorens het volledige Verwijder de bescherming niet van het koepeldeksel alvorens het volledige Verwijder de bescherming niet van het koepeldeksel alvorens het volledige installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen krassen en installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen krassen en installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen krassen en stof.
  • Pagina 13: Montage Klemmendeksel

    Demontage klemmendeksel Verwijder de afsluitschroef zoals hieronder Draai het hoofdhuis op de as in tegenwijzerzin weergegeven wordt. en maak het los van het klemmendeksel. Montage klemmendeksel Controleer of de top van de schijfveer zich aan de Controleer of de twee aangebrachte lijnen pijl bevindt, zoals aangegeven wordt in de cirkel.
  • Pagina 14 (Model 4 305 23)  Koepeldeksel Verwijder de bescherming van het koepeldeksel niet vóór het volledige Verwijder de bescherming van het koepeldeksel niet vóór het volledige Verwijder de bescherming van het koepeldeksel niet vóór het volledige installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen installatieproces voltooid is om het koepeldeksel te beschermen tegen krassen en stof.
  • Pagina 15: Installatie

    2 INSTALLATIE 2.1 Instelling DIP-schakelaar (Modellen 4 305 21/4 305 23/4 305 24/4 305 25) (Modellen 4 305 21/4 305 23/4 305 24/4 305 25) Vóór u de camera installeert, dient u de DIP Vóór u de camera installeert, dient u de DIP-schakelaar in te stellen om het camera-ID en het communicatieprotocol ID en het communicatieprotocol te configureren.
  • Pagina 16: Instelling Camera-Id

    Instelling camera-ID  De ID-nummers van camera's worden ingesteld met binaire nummers. nummers van camera's worden ingesteld met binaire nummers. Zie de onderstaande voorbeelden. Zie de onderstaande voorbeelden. Binaire waarde Bv.: ID=5 Bv.: ID=10 Het ID-bereik voor de camera gaat van 1 tot 255. bereik voor de camera gaat van 1 tot 255.
  • Pagina 17: Instelling Afsluitweerstand

    Instelling afsluitweerstand Een afsluitweerstand wordt gebruikt in één van de volgende twee gevallen. wordt gebruikt in één van de volgende twee gevallen.  Geval 1: De besturingskabel tussen camera en regelaar is relatief lang (1:1 verbinding) Geval 1: De besturingskabel tussen camera en regelaar is relatief lang (1:1 verbinding) Geval 1: De besturingskabel tussen camera en regelaar is relatief lang (1:1 verbinding) Wanneer de communicatiekabel zeer lang is, zal het elektrische signaal kaatsen in het klempunt.
  • Pagina 18: Instelling Sensortype

    Instelling sensortype  Als u gebruik wenst te maken van alarminvoer, dienen de types sensoren geselecteerd te worden. De sensortypes zijn Normaal Open en Normaal Gesloten.  Normaal Open Uitvoerspanning is hoog wanneer de sensor geactiveerd is.  Normaal Gesloten Uitvoerspanning is hoog wanneer de sensor niet geactiveerd is.
  • Pagina 19: Installatie Bij Inwerking In Het Plafond (Model 4 305 21)

    2.2 Installatie bij inwerking in het plafond (Model 4 305 21) ① ② Verwijder de plafondtegel uit het plafond en snijd Sluit de draden en kabels aan en monteer de een opening met diameter van 110 mm in de plafondtegel camera op de plafondtegel.
  • Pagina 20: Installatie Met Steun Voor Montage Op Het Oppervlak (Model 4 305 21)

    2.3 Installatie met steun voor montage op het oppervlak (Model 4 305 21) snijd een opening met diameter van 30~40 mm in de Trek de draden en kabels voor het systeem, zoals hieronder plafondtegel om de draden en kabels door het plafond weergegeven wordt.
  • Pagina 21: Rechtstreekse Installatie Op Het Plafond (Model 4 305 22)

    2.4 Rechtstreekse installatie op het plafond (Model 4 305 22) Rechtstreekse installatie op het plafond (Model 4 305 22) het plafond te steken, het plafond te steken, Om de kabels aan te sluiten, verwijdert u de vooraf Om de kabels aan te sluiten, verwijdert u de vooraf dient u een opening van 50~60 mm te maken in de dient u een opening van 50~60 mm te maken in de afgetekende openingsmarkering op de rubberen pakking en...
  • Pagina 22: Installatie Met Behulp Van Steun Voor Inwerking In Het Plafond (Model 4 305 22)

    Installatie met behulp van steun voor inwerking in het plafond (Model 4 305 22) Installatie met behulp van steun voor inwerking in het plafond (Model 4 305 22) Installatie met behulp van steun voor inwerking in het plafond (Model 4 305 22) Snijd de plafondtegel zoals hieronder wordt Snijd de plafondtegel zoals hieronder wordt Monteer het klemmendeksel van de camera...
  • Pagina 23: Installatie Met Behulp Van Steun Voor Montage Op Het Plafond (Model 4 305 22)

    2.6 Installatie met behulp van steun voor montage op het plafond (Model 4 305 22) dient u een opening van 50~60 mm te maken in de montage op het plafond met behulp van 3 schroeven. plafondtegel en de steun voor montage op het (Gebruik geen rubberen pakking!) plafond erop te bevestigen.
  • Pagina 24: Installatie Met Behulp Van Steun Voor Montage Op De Muur (Model 4 305 22)

    2.7 Installatie met behulp van steun voor montage op de muur (Model 4 305 22) voor montage op de muur met behulp van 3 schroeven. (Gebruik geen rubberen pakking!) Controleer of de top van de schijfveer zich aan de pijl bevindt. (Voor meer informatie kunt u de sectie 'Montage klemmendeksel' raadplegen) hoofdhuis, zodat de camera in geen geval kan het klemmendeksel, zodat ze niet kunnen loskomen...
  • Pagina 25: Installatie Met Steun Voor Montage Op Het Plafond (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25)

    2.8 Installatie met steun voor montage op het plafond (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25) een opening met diameter van 30~40 mm in de hieronder weergegeven wordt. Sluit de kabels aan op de plafondtegel om de draden en kabels door het plafond te poorten.
  • Pagina 26: Installatie Met Steun Voor Montage Op De Muur (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25)

    2.9 Installatie met steun voor montage op de muur (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25) mm in het montageoppervlak om de draden en kabels hieronder weergegeven wordt. Sluit de kabels aan op de door het oppervlak te steken. (Uitsluitend in het geval er poorten.
  • Pagina 27: Bedrading En Bekabeling (4 305 21/4 305 23/4 305 24/4 305 25)

    2.10 Bedrading en bekabeling (4 305 21/4 305 23/4 305 24/4 305 25) Bedrading en bekabeling (4 305 21/4 305 23/4 305 24/4 305 25) Beschrijving van de poorten  Hoofdkabel Nummer poortpen (RJ45) Nummer poortpen (RJ45) Aansluitklem / Kleur draad...
  • Pagina 28: Beschrijving Voedingen

    Het nominale vermogen wordt op de achterzijde van de hoofdeenheid aangegeven. de achterzijde van de hoofdeenheid aangegeven. Model Bereik invoerspanning Stroomverbruik 4 305 21 0,8 A DC 11V ~ 15V 4 305 23/4 305 24/4 305 25 2,5 A ...
  • Pagina 29 Video  Gebruik uitsluitend coaxiale BNC-kabels. kabels. Alarminvoer Alvorens de sensoren aan te sluiten, dient u de aandrijfspanningen en types uitvoersignalen van de sensoren te controleren. Alvorens de sensoren aan te sluiten, dient u de aandrijfspanningen en types uitvoersignalen van de sensoren te controleren. Alvorens de sensoren aan te sluiten, dient u de aandrijfspanningen en types uitvoersignalen van de sensoren te controleren.
  • Pagina 30: Bedrading En Bekabeling (Model 4 305 22)

    Bedrading en bekabeling (Model 4 305 22) Bedrading en bekabeling (Model 4 305 22) Voedingsverbinding  Controleer zorgvuldig de spanning- en stroomcapaciteit van het nominale vermogen. Het nominale vermogen wordt op en stroomcapaciteit van het nominale vermogen. Het nominale vermogen wordt op en stroomcapaciteit van het nominale vermogen.
  • Pagina 31: I/O-Verbinding Alarm

    I/O-verbinding alarm  Sensorinvoer Alvorens de sensoren aan te sluiten, dient u de aandrijfspanning en het type uitvoersignaal van de sensoren te Alvorens de sensoren aan te sluiten, dient u de aandrijfspanning en het type uitvoersignaal van de sensoren te Alvorens de sensoren aan te sluiten, dient u de aandrijfspanning en het type uitvoersignaal van de sensoren te controleren.
  • Pagina 32: Bediening

    3 Bediening 3.1 Te controleren punten vóór bediening  Controleer vooraleer u het systeem inschakelt of de dra(a)d(en) en kabel(s) goed zijn aangesloten.  Ga na of het camera-ID op de regelaar correct geselecteerd werd. Het camera-ID moet identiek zijn aan dat van de doelcamera.
  • Pagina 33: Osd-Menu

    3.3 OSD-menu  Functie Met het OSD-menu kan het systeem correct geconfigureerd worden voor elke applicatie.  OSD-menu openen Go Preset [95] 3.4 Gereserveerde voorinstellingen (sneltoetsen)  Omschrijving Sommige vooraf ingestelde nummers zijn voorbehouden om bepaalde instellingen te wijzigen zonder in het OSD-menu te moeten gaan. ...
  • Pagina 34: Voorinstelling

    3.5 Voorinstelling  Functie Er zijn max. 127 posities programmeerbaar. Er zijn max. 127 posities programmeerbaar. Het vooraf ingestelde nummer kan 1 tot 128 Het vooraf ingestelde nummer kan 1 tot 128 zijn, met uitzondering van 95. Vooraf ingesteld nummer 95 is voorbehouden om het OSD zijn, met uitzondering van 95.
  • Pagina 35: Patroon

    3.7 Patroon  Functie Deze functie bestaat erin dat de Deze functie bestaat erin dat de camera het pad (meestal gebogen pad) via de joystick van de camera het pad (meestal gebogen pad) via de joystick van de regelaar onthoudt en dit traject zo nauwkeurig mogelijk nabootst. regelaar onthoudt en dit traject zo nauwkeurig mogelijk nabootst.
  • Pagina 36: Groep

    3.8 Groep  Functie Deze functie bestaat erin dat de camera de combinatie van instellingen vooraf, patronen en/of Deze functie bestaat erin dat de camera de combinatie van instellingen vooraf, patronen en/of Deze functie bestaat erin dat de camera de combinatie van instellingen vooraf, patronen en/of draaibewegingen onthoudt en herhaaldelijk instellingen vooraf, patronen en/of draaibewegingen draaibewegingen onthoudt en herhaaldelijk instellingen vooraf, patronen en/of draaibewegingen draaibewegingen onthoudt en herhaaldelijk instellingen vooraf, patronen en/of draaibewegingen...
  • Pagina 37: Andere Functies

    3.9 Andere functies  Inschakelings- Deze instelling bepaalt een specifieke activiteit (Instelling vooraf, Patroon, Draaibeweging en actie Groep) die uitgevoerd moet worden indien de voeding van de camera cyclisch verloopt. Met deze functie kan de gebruiker de laatste actie die werd uitgevoerd vooraleer de stroom werd uitgeschakeld, resumeren.
  • Pagina 38: Osd-Weergave

    3.10 OSD-weergave  Informatie P/SS/Z Geeft de panwaarde vanaf nul graden verticaal, de schuinestandwaarde van nul graden Geeft de panwaarde vanaf nul graden verticaal, de schuinestandwaarde van nul graden Geeft de panwaarde vanaf nul graden verticaal, de schuinestandwaarde van nul graden horizontaal en huidige kompasrichting weer.
  • Pagina 39: Osd-Menu

    4 OSD-menu 4.1 Snelle programmeringsgids  De menu-items met < > hebben steeds submenu's. items met < > hebben steeds submenu's.  Om naar de submenu's te gaan of de cursor naar rechts te doen bewegen, druk op de of de cursor naar rechts te doen bewegen, druk op de NEAR NEAR-toets.
  • Pagina 40: Scherminstelling

    4.3 Scherminstelling Scherminstelling stelt u in staat om te programmeren hoe labels op de monitor worden weergegeven. Indien de instelling op Scherminstelling stelt u in staat om te programmeren hoe labels op de monitor worden weergegeven. Indien de instelling op Scherminstelling stelt u in staat om te programmeren hoe labels op de monitor worden weergegeven.
  • Pagina 41: Instelling Kompasrichting

    Instelling kompasrichting Beweeg de camera naar een doelpositie en druk op de Beweeg de camera naar een doelpositie en druk op de NEAR-toets om de richting als noorden op te slaan. toets om de richting als noorden op te slaan. Deze richting is de referentierichting om andere kompasrichtingen aan te geven referentierichting om andere kompasrichtingen aan te geven 4.4 Instelling maskering privacyzone...
  • Pagina 42 Instelling maskeringsgebied privacyzone Instelling maskeringsgebied privacyzone Beweeg de camera naar een gebied om te maskeren. Een masker en een menu om de maskeergrootte te bepalen camera naar een gebied om te maskeren. Een masker en een menu om de maskeergrootte te bepalen camera naar een gebied om te maskeren.
  • Pagina 43: Camera-Instelling (Instellingsmenu Koepelcamera)

    4.5 Camera-instelling (Instellingsmenu koepelcamera) instelling (Instellingsmenu koepelcamera) Stelt de algemene functies van de zoomcameramodule in. Stelt de algemene functies van de zoomcameramodule in.  [AUTO/MANUEEL/SEMI [AUTO/MANUEEL/SEMI-AUTO] Scherpstellingsmodus Stelt de scherpstellingsmodus van de camera in. Stelt de scherpstellingsmodus van de camera in. ...
  • Pagina 44: Instelling Witbalans

    Instelling witbalans  WB-modus [AUTO/MANUEEL] [AUTO/MANUEEL] Behoudt de kleurbalans over een kle Behoudt de kleurbalans over een kleurtemperatuurbereik. In de auto-modus verwerkt deze modus verwerkt deze functie automatisch de weergegeven afbeelding. functie automatisch de weergegeven afbeelding. In de manuele modus kan het niveau voor rood In de manuele modus kan het niveau voor rood en blauw manueel ingesteld worden.
  • Pagina 45 bedraagt 10 sec. . Als deze is ingesteld op DAG-modus, wordt de ACG vastgesteld op HOOG.  Helderheid [0~64] Past de helderheid van de afbeeldingen aan. Het irisdiafragma, de sluitersnelheid en versterking worden automatisch aangepast in overeenstemming met elke numerieke waarde. ...
  • Pagina 46: Instelling Hlc (High Light Compensation)

    Instelling HLC (High Light Compensation)  Limiet [AUTO/MANUEEL] Als er te heldere lichten zijn, blokkeert deze functie lichtbronnen op de beelden om betere beelden te verkrijgen. Bijvoorbeeld, wanneer er een auto 's nachts in de richting van de camera rijdt, blokkeert deze functie de koplampen van de auto om de nummerplaat te kunnen herkennen.
  • Pagina 47: Bewegingsinstelling

    4.6 Bewegingsinstelling Stelt de algemene functies van pan/schuine standbewegingen in. Stelt de algemene functies van pan/schuine standbewegingen in.  Motion Lock [ON/OFF] (Bewegingsvergrendeling) Indien Motion Lock op ON ingesteld staat, Indien Motion Lock op ON ingesteld staat, is het onmogelijk om voorinstelling, draaibeweging, is het onmogelijk om voorinstelling, draaibeweging, patroon en groep in te stellen en te verwijderen.
  • Pagina 48: Instelling Parkeeractie

    Instelling parkeeractie Deze functie stelt de camera in staat om een specifieke actie aan te vatten na een geprogrammeerde duur van inactiviteit. Deze functie stelt de camera in staat om een specifieke actie aan te vatten na een geprogrammeerde duur van inactiviteit. Deze functie stelt de camera in staat om een specifieke actie aan te vatten na een geprogrammeerde duur van inactiviteit.
  • Pagina 49  Action (Actie) [NOT USED/PRESET/PATTERN/SWING/GROUP] (NIET GEBRUIKT/VOORINSTELLING/PATROON/DRAAI/GROEP) Selecteert een actie om uit te voeren wanneer een sensorsignaal toekomt.  Hold Time [ENDLESS / 1~59 SEC. / 1~180 MIN.] (EINDELOOS / 1~59 SEC. / 1~180 MIN.) (wachttijd) Bepaalt de tijdperiode voor de actie die gestart wordt door externe sensoractivering. Nadat de tijdperiode verloopt, zal de actie die vooraf bepaald werd in 'Post Action' daaruitvolgend gestart worden, in navolging van de actie door de activering van de externe sensor.
  • Pagina 50: Voorinstellingen Instellen

    4.7 Voorinstellingen instellen  Preset Number [1~128] (Voorinstellingsnummer) Selecteert een voorinstellingsnummer om in te stellen. Indien een geselecteerde voorinstelling Selecteert een voorinstellingsnummer om in te stellen. Indien een geselecteerde voorinstelling Selecteert een voorinstellingsnummer om in te stellen. Indien een geselecteerde voorinstelling reeds bepaald is, gaat de camera naar de vooraf bepaalde positie en voorgeselecteerde reeds bepaald is, gaat de camera naar de vooraf bepaalde positie en voorgeselecteerde reeds bepaald is, gaat de camera naar de vooraf bepaalde positie en voorgeselecteerde...
  • Pagina 51: Instelling Voorinstellingslocatie

    Instelling voorinstellingslocatie Gebruik de joystick om de camera in de gewenste positie te brengen. Gebruik de joystick om de camera in de gewenste positie te brengen. Bewaar de vooraf ingestelde positie door op de toets Bewaar de vooraf ingestelde positie door op de toets NEAR te drukken. FAR-toets om te stoppen met richten naar de vooraf ingestelde positie.
  • Pagina 52: Instelling Relaisuitvoer (4 305 22)

    Indien u een spatie wenst te gebruiken, selecteert u de dubbele aanhalingstekens (" "). Indien u een letter of een cijfer wenst te spatie wenst te gebruiken, selecteert u de dubbele aanhalingstekens (" "). Indien u een letter of een cijfer wenst te spatie wenst te gebruiken, selecteert u de dubbele aanhalingstekens ("...
  • Pagina 53: Draaibewegingsinstelling

    4.8 Draaibewegingsinstelling  Swing Number [1~8] (Draaibewegings- Selecteert een draaibewegingsnummer om te bewerken. Indien de geselecteerde Selecteert een draaibewegingsnummer om te bewerken. Indien de geselecteerde Selecteert een draaibewegingsnummer om te bewerken. Indien de geselecteerde nummer) draaibeweging niet bepaald is, wordt 'NOT USED' ( draaibeweging niet bepaald is, wordt 'NOT USED' (niet gebruikt) weergegeven op de 1ste en 2de niet gebruikt) weergegeven op de 1ste en 2de positie.
  • Pagina 54: Patrooninstelling

    4.9 Patrooninstelling  Patroonnummer [1~4 ] Selecteert een patroonnummer om te bewerken. Wanneer het geselecteerde patroonnummer Selecteert een patroonnummer om te bewerken. Wanneer het geselecteerde patroonnummer Selecteert een patroonnummer om te bewerken. Wanneer het geselecteerde patroonnummer niet bepaald is, zal 'UNDEFINED' ('ONBEPAALD') niet bepaald is, zal 'UNDEFINED' ('ONBEPAALD') weergegeven worden onder het geselecteerde weergegeven worden onder het geselecteerde groepsnummer.
  • Pagina 55: Instelling Groep

    4.10 Instelling groep  Group Number [1~8] (Groepsnummer) Selecteert een groepsnummer om te bewerken. Selecteert een groepsnummer om te bewerken. Wanneer het geselecteerde Wanneer het geselecteerde groepsnummer niet bepaald is, zal 'UNDEFINED' groepsnummer niet bepaald is, zal 'UNDEFINED' ('ONBEPAALD') weergegeven worden onder het geselecteerde groepsnummer. ('ONBEPAALD') weergegeven worden onder het geselecteerde groepsnummer.
  • Pagina 56 3) Bepaal de actie, de stilstandtijd en de opties. Merk op dat de donkere rechthoek de cursor is. Beweeg de cursor naar Bepaal de actie, de stilstandtijd en de opties. Merk op dat de donkere rechthoek de cursor is. Beweeg de cursor naar Bepaal de actie, de stilstandtijd en de opties.
  • Pagina 57 5) Nadat u klaar bent met de bewerking van een actie, drukt u op de Near Nadat u klaar bent met de bewerking van een actie, drukt u op de Near-toets om naar het vorige bovenliggende menu toets om naar het vorige bovenliggende menu ②...
  • Pagina 58: Systeeminitialisering

    4.11 Systeeminitialisering  Clear All Data (Alle Verwijdert alle configuratiegegevens en de fabrieksinstellingen van het systeem Verwijdert alle configuratiegegevens en de fabrieksinstellingen van het systeem Verwijdert alle configuratiegegevens en de fabrieksinstellingen van het systeem gegevens wissen) worden hersteld. worden hersteld. ...
  • Pagina 59: Fabrieksinstellingen

    Fabrieksinstellingen   Schermparameters Cameraparameters Camera-ID Scherpstellingsmodus Semi-automatisch PTZ-informatie AUTO Digitale zoom Actiebenaming AUTO Beeld draaien Vooraf ingesteld label AUTO Scherpte Stabilisering I/O alarm AUTO Witbalans AUTO Noordelijke richting Achtergrondverlichting Pan 0 Privacyzone Onbepaald Dag & nacht AUTO Helderheid Irisdiafragma AUTO Sluiter ...
  • Pagina 60: Specificaties

    5 Specificaties DEEL CAMERA (4 305 21/4 305 23) Formaat videosignaal Beeldsensor Sony 1/4'' Super HAD CCD Totaal aantal pixels 795(H)596(V) 470K Effectieve pixels 752(H)582(V) 440K Horizontale resolutie 560 TV-lijnen (kleur), 600 TV-lijnen (zwart-wit) Videosignaal-naar-geluid 52 dB (AGC uit) Zoom...
  • Pagina 61 Specificaties (4 305 22) Model 4 305 22 Videosignaalsysteem 1/4'' Super HAD CCD met kleur  Max aantal pixels 795(H) 596(V) 470K  Effectieve pixels 752(H) 582(V) 440K Horizontale res. 550 TV-lijnen (kleur), 680 TV-lijnen (zwart-wit) S/N-verhouding 50 dB (AGC uit) Zoom 27x optische zoom, 12x digitale zoom Brandpuntsafstand...
  • Pagina 62 Specificaties (4 305 24 – 4 305 25) DEEL CAMERA 4 305 24 4 305 25 Formaat videosignaal Beeldsensor 1/4'' Interline Transfer CCD Totaal aantal pixels 795(H)596(V) 470 K Effectieve pixels 752(H)582(V) 440 K Horizontale resolutie 550 TV-lijnen (kleur), 680 TV-lijnen (zwart-wit) Videosignaal-naar-geluid 50 dB (AGC uit) Optische zoom...
  • Pagina 63 1 uitvoer, relaisuitvoer, max. belasting DC 24V 1A / AC 125V 0,5A Ventilator Altijd AAN Verwarmer Start werking vanaf interne temperatuur 10C 0C ~ 40C (Modellen 4 305 21/4 305 22) Bedrijfstemperatuur -30C ~ 50C (Modellen 4 305 23/4 305 24/4 305 25) NOMINAAL VERMOGEN 4 305 21...
  • Pagina 64 MECHANISCH Model 4 305 21 Oppervlakmontage Plafondmontage Muurmontage Koepel Polycarbonaat Materiaal Intern Polycarbonaat, ABS Extern Polycarbonaat Koepelgrootte 107,5 mm /  4,2” Afmetingen 132,4129,5 mm 132,4187,5 mm 213,2207,5 mm Gewicht (kg) Ongeveer 0,7 Ongeveer 0,8 Ongeveer 0,85 kg MECHANISCH Model 4 305 23...
  • Pagina 65: Afmetingen

    5.1 Afmetingen (Model 4 305 21)  Hoofdhuis  Type voor montage op het oppervlak Type voor montage op het oppervlak [Eenheid: mm]...
  • Pagina 66 (Model 4 305 22)  Hoofdhuis & Klemmendeksel  Steun voor inwerking in het plafond  Steun voor montage op het plafond  Arm voor montage op de muur Steun voor montage op het plafond Eenheid (mm)
  • Pagina 67 (Model 4 305 23)  Hoofdhuis  Type voor montage op het plafond Type voor montage op het plafond  Type voor montage aan de muur [Eenheid: mm]...
  • Pagina 68 (Modellen 4 305 24/4 305 25)   Hoofdhuis Type voor montage op het plafond Type voor montage op het plafond  Type voor montage aan de muur [Eenheid: mm]...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

4 305 224 305 234 305 23 4 305 244 305 25

Inhoudsopgave