Bedrading en bekabeling (Model 4 305 22)
Bedrading en bekabeling (Model 4 305 22)
Voedingsverbinding
Controleer zorgvuldig de spanning- en stroomcapaciteit van het nominale vermogen. Het nominale vermogen wordt op
de achterzijde van de hoofdeenheid aangegeven.
de achterzijde van de hoofdeenheid aangegeven.
Bereik invoerspanning
11-15 VDC
Videoverbinding
Voer de verbinding uit met coaxiale BNC-kabels.
Voer de verbinding uit met coaxiale BNC
en stroomcapaciteit van het nominale vermogen. Het nominale vermogen wordt op
en stroomcapaciteit van het nominale vermogen. Het nominale vermogen wordt op
Stroomverbruik
0,75 A
30