3 Bediening
3.1 Te controleren punten vóór bediening
Controleer vooraleer u het systeem inschakelt of de dra(a)d(en) en kabel(s) goed zijn aangesloten.
Ga na of het camera-ID op de regelaar correct geselecteerd werd. Het camera-ID moet identiek zijn aan dat van de
doelcamera. Het camera-ID kan gecontroleerd worden door de DIP-schakelaar (dual-in-line behuizing) van de camera te
lezen of door weergave op het scherm (OSD).
Indien uw regelaar multi-protocollen ondersteunt, dan moet het protocol gewijzigd worden om met dat van de camera
overeen te stemmen.
Regel de DIP-schakelaar nadat u de camera hebt uitgeschakeld. Indien u het cameraprotocol wijzigde door de DIP-
software te wijzigen, dan wordt de verandering pas effectief nadat u de camera opnieuw hebt opgestart.
Aangezien de bedieningsmethode kan verschillen per regelaar, moet u de handleiding van de regelaar raadplegen
indien de camera niet correct bediend kan worden. De bediening van deze handleiding is gebaseerd op de standaard
Pelco®-regelaar.
3.2 Te controleren punten voor voorgeselecteerde functie en patroonfunctie vóór bediening
Controleer hoe u de voorgeselecteerde functie en patroonfunctie van uw regelaar of DVR moet bedienen vooraleer u de
camerafuncties bedient wanneer u een regelaar of DVR gebruikt.
Raadpleeg de volgende tabel wanneer u Pelco®-regelaars met standaard protocol gebruikt.
< Go Preset >
< Set Preset >
< Run Pattern >
< Set Pattern >
Indien uw regelaar of DVR geen patroonknop of -functie heeft, gebruik dan de sneltoetsen met vooraf ingestelde
nummers. Raadpleeg voor meer informatie de sectie "Gereserveerde voorinstellingen (sneltoetsen)" in deze handleiding.
Voer [Preset Number] (voorgeselecteerd nummer) in en druk kort op de [Preset]-knop.
Voer [Preset Number] (voorgeselecteerd nummer) in en druk langer dan 2 seconden op de
[Preset]-knop.
Voer [Pattern Number] (patroonnummer) in en druk kort op de [Pattern]-knop.
Voer [Pattern Number] (patroonnummer) in en druk langer dan 2 seconden op de [Pattern]-
knop.
32