Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Draadloos Toestel Verbinden Met De Kaartplotter; Het Draadloze Kanaal Wijzigen; De Wi-Fi Host Wijzigen; Draadloze Afstandsbediening - Garmin GPSMAP 9x3 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 9x3:
Inhoudsopgave

Advertenties

Een draadloos toestel verbinden met de kaartplotter

Voordat u een draadloos toestel kunt verbinden met het draadloze netwerk van de kaartplotter, moet u het
draadloze netwerk van de kaartplotter configureren
U kunt meerdere draadloze toestellen verbinden met de kaartplotter om gegevens te delen.
1 Schakel op het draadloze toestel de Wi‑Fi technologie in en scan naar draadloze netwerken.
2 Selecteer de naam van het draadloze netwerk van uw kaartplotter
3 Voer het wachtwoord van de kaartplotter in.
Het draadloze kanaal wijzigen
U kunt het draadloze kanaal wijzigen als u een toestel niet kunt vinden, verbindingsproblemen hebt, of hinder
hebt van interferentie.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi netwerk > Geavanceerd > Kanaal.
2 Voer een nieuw kanaal in.
U hoeft het draadloze kanaal van met dit netwerk verbonden toestellen niet te wijzigen.
De Wi‑Fi host wijzigen
Als er meerdere kaartplotters met Wi‑Fi -technologie op het Garmin maritieme netwerk zijn, kunt u wijzigen
welke kaartplotter de Wi‑Fi host is. Dit kan van pas komen als u problemen hebt met Wi‑Fi communicatie. De
optie om de Wi‑Fi host te wijzigen biedt u de mogelijkheid om een kaartplotter te selecteren die zich dichter bij
uw mobiele toestel bevindt.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi netwerk > Geavanceerd > Wi-Fi host.
2 Volg de instructies op het scherm.

Draadloze afstandsbediening

Deze stappen zijn niet van toepassing op de GRID externe invoertoestellen
koppelen vanaf de kaartplotter,

De draadloze afstandsbediening koppelen met de kaartplotter

Om de draadloze afstandsbediening met een kaartplotter te kunnen gebruiken moet u de afstandsbediening en
de kaartplotter eerst koppelen.
U kunt een afstandsbediening koppelen met meerdere plotters en vervolgens schakelen tussen de kaartplotters
door op de koppelingsknop te drukken.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze toestellen > Draadloze afstandsbedieningen >
GPSMAP® afstandsbediening.
2 Selecteer Nieuwe verbinding.
3 Volg de instructies op het scherm.

De schermverlichting van de afstandsbediening in- en uitschakelen

Door de schermverlichting van de afstandsbediening uit te schakelen gaat de batterij langer mee.
1 Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie > Draadloze toestellen > Draadloze
afstandsbedieningen > GPSMAP® afstandsbediening > Schermverlichting.
2 Volg de instructies op het scherm.

De afstandsbediening loskoppelen van alle kaartplotters

1 Selecteer op de kaartplotter Instellingen > Communicatie > Draadloze toestellen > Draadloze
afstandsbedieningen > GPSMAP® afstandsbediening > Ontkoppel alle.
2 Volg de instructies op het scherm.
Communicatie met draadloze toestellen
(Het Wi‑Fi netwerk instellen,
pagina 22).
pagina 28).
(Het Wi‑Fi netwerk instellen,
(Het GRID toestel met de kaartplotter
pagina 28).
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave