Problemen oplossen
Accu en stroombron
De accu kan niet worden geplaatst.
•
Plaats de accu op de juiste manier door op de hendel voor het uitwerpen van de accu te
duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Nadat u de accu in de camera hebt geplaatst, kan het even duren voordat u de camera kunt
•
inschakelen.
Plaats de accu op de juiste manier.
•
De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
•
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 134). Vervang de accu door een
•
nieuwe.
Gebruik een aanbevolen accu.
•
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
•
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 134). Vervang de accu door een
•
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
•
Een discrepantie deed zich voor tussen de aanduiding voor resterende acculading en de
•
feitelijke acculading. Ontlaad de accu één keer volledig en laad de accu weer op om de juiste
aanduiding weer te geven.
De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
•
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 134). Vervang de accu door een
•
nieuwe.
De accu kan niet worden opgeladen.
U kunt de accu niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Gebruik de
•
batterijlader om de batterij op te laden.
Stilstaande beelden/films opnemen
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 40).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
117