Figuur 9 - Locatie van de S1- en J14-schakelaars
4.4.3 Installatie van meerdere toestellen op één
regeleenheid
Een MTS- of MTC-kamerthermostaat, of interfacemodule
kan tot 8 toestellen regelen. Om de toestellen aan te
sluiten, doet u het volgende (figuur 10):
1. Verbind de twee draden van de thermostaat met de
klemmen 4 en 5 van de eerste luchtverwarmer.
2. Sluit de eerste luchtverwarmer aan op de tweede
luchtverwarmer.
3. Herhaal dit voor elke volgende luchtverwarmer.
2
1
N
L
N
L
PE
N
L
4
5
PE
N
L
4
5
22°C
4
5
4
5
4
5
22°C
Figuur 10 - Aansluiting van meerdere luchtverwarmers
op een modulerende kamerthermostaat
5 Rookgasafvoersysteem
Om een veilig en juist gebruik te garanderen,
moet deze luchtverwarmer worden aangesloten
op een rookgasafvoersysteem. Dit systeem moet
volgens deze handleiding worden geïnstalleerd,
evenals volgens nationale en lokale voorschriften.
Een rookgasafvoersysteem bestaat uit een
rookgasafvoer, afvoerleidingen en een optioneel
condensaatafvoersysteem.
12
3
...8
N
L
L
N
L
4
5
4
5
PE
N
PE
N
L
S1
J14
1
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
2
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
3
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
Elke luchtverwarmer heeft een uniek nummer nodig
dat wordt herkend door de kamerthermostaat. Dit
toestelnummer kan worden ingesteld met de J14-
schakelaar op de besturingsprint van elke luchtver-
warmer:
1. Stel de S1- en J14-schakelaars op de besturing-
print als volgt in (figuur 11):
a. Zet de schakelaar S1 van de eerste luchtver-
warmer op 1.
b. Zet de S1-schakelaar van de andere luchtver-
hitters op 2.
c. Zet de J14-schakelaar van de eerste luchtver-
warmer op 1.
d. Zet de J14-schakelaar van de tweede lucht-
verwarmer op 2, enz.
S1
ON
1
0
ON
0
1
ON
1
0
Figuur 11 - Posities van de S1- en J14-schakelaars voor
de eerste drie luchtverwarmers in een systeem
LET OP
Als de J14-schakelaar van meer dan één
luchtverwarmer op hetzelfde nummer is ingesteld, zal het
systeem niet werken.
LET OP
De luchtverwarmer moet worden uitgeschakeld
wanneer de schakelaars worden ingesteld. Anders hebben
de instellingen geen effect.
PAS OP!
Gebruik geen rookgasafvoer voor
condenserende apparaten op niet-condenserende
toestellen. Dit kan leiden tot water in het rookgassysteem.
LET OP
Gebruik alleen het voorgeschreven
afvoermateriaal voor de dakdoorvoer, muurdoorvoer
en voor de leidingen tussen het toestel en de doorvoer.
Dit is de enige manier waarop de installatie kan worden
goedgekeurd.
J14
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8