Na het transport dient het apparaat 12 uur te blijven staan, zodat de koelvloeistof zich
kan verzamelen in de compressor. Het niet nakomen van deze instructie kan de
compressor beschadigen en ervoor zorgen dat het apparaat het niet meer doet. De
garantie vervalt in dat geval.
Verpakkingsmateriaal
Zorg voor een milieuvriendelijke verwijdering van het verpakkingsmateriaal. Zie ook
Hoofdstuk 1.
4.1 Installatie
De omgevingstemperatuur beïnvloedt het energieverbruik en de goede werking van het
apparaat. Daarom dient het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte te
staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse,
waarvoor het apparaat is ontworpen.
Het apparaat niet buiten plaatsen (bijvoorbeeld op het balkon, het terras, in de
tuinschuur, in de camper e.d.).
Let bij de plaats van het apparaat ook op de "Tips voor energiebesparing" in
hoofdstuk 11.
De klimaatklasse is te vinden op het typeplaatje dat zich buiten aan de achterkant van
het apparaat of in het apparaat bevindt. Bij de technische specificaties is de
klimaatklasse ook te zien. Het apparaat moet zodanig worden geplaatst dat het
netsnoer bereikbaar is.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatklasse is ingedeeld:
SN 10°C tot 32°C
De luchtcirculatie aan de achterkant en de bovenkant zijn van invloed op het
energieverbruik en de vriescapaciteit. Daarom moet voor een optimale ventilatie
van het apparaat het minimale ventilatiegemiddelde worden nageleefd.
Hiervoor dient u de maatvoering aan te houden van de hierna vermelde
tabellenen tekeningen.
GS 111 - 4.1 A+
N 16°C tot 32°C
Versie NL 06/2014
ST 16°C tot 38°C
T 16°C tot 43°C
Pagina 7 van 21