Werking
6
Apparaat reinigen voor ingebruikname
Het apparaat en de accessoires in het apparaat dient u voor de eerste ingebruikname
grondig te reinigen. Zie de richtlijnen in het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud".
6.1 Apparaat aanzetten
Schakel het apparaat aan via de temperatuurregelaar. De temperatuurregelaar bevindt
zich in de rechterbovenhoek aan de voorzijde van het apparaat. Voor het inschakelen
van het apparaat draait u de temperatuurregelaar van "MIN" naar rechts naar de
gewenste vriesinstelling.
Bij de eerste ingebruikname zet u de temperatuurregelaar eerst op het hoogste
niveau. Na circa 6 uur heeft het apparaat zijn normale bedrijfstemperatuur bereikt en is
het apparaat te gebruiken. De temperatuurregelaar kan nu terug naar de middelste
stand.
6.2 Temperatuur instellen
Temperatuurregelaar
Richtlijn: het alarm geeft geen akoestisch geluid als het alarm met de knop (2)
is uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar dient ertoe om de binnentemperatuur van het apparaat
constant te houden. Het wordt bediend met een draaiknop.
Posities:
Positie MIN = laagste koelcapaciteit
Positie MAX = hoogste koelcapaciteit.
Zet de temperatuurregelaar op niveau NORMAAL. Deze instelling moet worden
geselecteerd bij een gemiddelde kamertemperatuur van +20 °C tot +25 °C.
Het kan zijn dat u, afhankelijk van de kamertemperatuur, de locatie van het
apparaat of het vaak openen van de deur, de stand van de draaiknop moet
aanpassen.
GS 111 - 4.1 A+
Versie NL 06/2014
Pagina 10 van 21