5
Gebruik het Bluetooth apparaat voor het
opzoeken en om een verbinding te maken.
Nadat het apparaat eenmaal is verbonden, voert
u dezelfde PIN-code als zojuist voor het toestel
ingevoerd in. "CONNECT" knippert op het display.
De verbinding is nu gemaakt en u kunt het
apparaat via dit toestel gebruiken.
Het apparaat blijft geregistreerd, ook nadat u het
apparaat heeft ontkoppeld. Gebruik "CONNECT"
(of activeer "AUTO CNT") om hetzelfde apparaat de
volgende keer te verbinden. (Zie de rechterkolom
en bladzijde 28.)
Opzoeken van beschikbare apparatuur
Voer stappen 1 en 2 van bladzijde 14 uit en vervolgens...
1
Kies "SEARCH".
Het toestel zoekt beschikbare apparatuur en toont
deze in een lijst.
• "UNFOUND" verschijnt indien er geen
beschikbare apparatuur is gevonden.
2
Kies het apparaat dat u wilt verbinden.
3
Voer de gespecificeerde PIN-code van het
apparaat in het toestel in.
• Zie de bij het apparaat geleverde handleiding
voor het controleren van de PIN-code.
4
Gebruik het Bluetooth apparaat om een
verbinding te maken.
De verbinding is nu gemaakt en u kunt het
apparaat via dit toestel gebruiken.
Verbinden van een speciaal apparaat
Voer stappen 1 en 2 van bladzijde 14 uit en vervolgens...
1
Kies "SPECIAL".
Het toestel toont een lijst met de vastgelegde
apparaten.
2
Kies het apparaat dat u wilt verbinden.
3
Gebruik "OPEN" of "SEARCH" om te verbinden.
Verbinden/ontkoppelen van een geregistreerd
apparaat
1
Kies "BT-PHONE" of "BT-AUDIO".
2
Kies het geregistreerde apparaat dat u wilt
verbinden/ontkoppelen.
3
Kies "CONNECT" of "DISCNNCT" om
respectievelijk het gekozen apparaat te
verbinden/ontkoppelen.
U kunt bepalen of een Bluetooth apparaat
automatisch moet worden verbonden wanneer het
toestel wordt ingeschakeld. (Zie "AUTO CNT" op
bladzijde 28.)
Wissen van geregistreerde apparatuur
1
Kies "BT-PHONE" of "BT-AUDIO".
2
Kies het geregistreerde apparaat dat u wilt
wissen.
3
Kies "DELETE" en vervolgens "YES" om het
gekozen apparaat te wissen.
EXTERNE APPARATUUR
15