Enveloppen afdrukken
Controleer of er enveloppen in de invoerlade zitten en dat de uitvoerlade uitgetrokken is voordat u
enveloppen afdrukt. U kunt een of meer enveloppen in de invoerlade plaatsen. Gebruik geen glanzende of
gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of klemmetjes. Zie
op pagina 25
OPMERKING:
documentatie van de toepassing die u gebruikt.
Een envelop afdrukken (Windows)
In het menu Bestand van uw software selecteert u Afdrukken.
1.
Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd.
2.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
3.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
Selecteer de gepaste opties in het tabblad Snelkoppelingen afdrukken of Snelkoppeling afdrukken.
4.
Om andere afdrukinstellingen te wijzigen, klikt u op de andere tabbladen.
Voor meer informatie over de opties van de printerdriver kunt u de muis over elke optie bewegen om
knopinfo weer te geven.
OPMERKING:
vervangt.
Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
5.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
6.
NLWW
voor meer informatie over het plaatsen van enveloppen.
Voor informatie over het indelen van tekst voor het bedrukken van enveloppen ziet u de
Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier in de invoerlade
Afdrukmateriaal laden
Enveloppen afdrukken
31