6.9 Hete lucht generator
De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regels en voorschriften.
Alvorens dit toestel te starten, is het aanbevolen de bijgevoegde instructies van de fabrikant van de
generator aandachtig te lezen.
Voor de inbedrijfstelling van de apparaten met heteluchtgenerator moet gecontroleerd worden of
het gasdistributiesysteem (gassoort, beschikbare druk, ...) compatibel is met de afstellingen en
instellingen van het apparaat.
6.9.1
Installatie
Normaal gesproken wordt in units waar een hete luchtgenerator aanwezig is, deze in de fabriek geïnstalleerd
De aansluitingen op het gasnet, de condensafvoer en de rookkanalen moeten door de installateur worden gemaakt.
6.9.1.1
Aansluitingen
Alle aansluitingen zijn aan de voorkant gemaakt.
De op de afbeelding getoonde bijlagen zijn:
- A = generator luchtinlaat;
- B = voorste toegangsdeur;
- C = condensafvoer;
- E = elektrische aansluitingen;
- G = gasaansluiting;
- S = rookuitlaat.
De afbeelding verwijst naar de aansluitingen van een module. Er kunnen ook twee of drie modules in de eenheden
zijn.
De luchtinlaat van de generator is voorzien van een rooster om het binnendringen van bladeren te voorkomen.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-2
G
A
E
C
S
B
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
59