54
/ Gebruiksscenario's
Gira One
4.6.7
Vereiste verwarming/koeling
Voorbeeldtoepassing
In installaties met een warmtepomp zorgt een circulatiepomp voor het
transport van warm (of koud) water tussen de warmtepomp en de
vloerverwarming. Bij sommige fabrikanten is het mogelijk de circulatie-
pomp via een ingangscontact uit te schakelen als er geen warm (of
koud) water in de installatie nodig is. Zo werkt de circulatiepomp alleen
als verwarming of koeling nodig is en bespaart hij kostbare stroom.
De Gira One verwarmingsactuatoren controleren bij de verwarmings-/
koelcircuits of verwarming of koeling nodig is. Als verwarming of koe-
ling nodig is, geeft een schakelactuatorkanaal automatisch een signaal
op het ingangscontact van de warmtepomp.
Vereiste apparaten en verbruikers
Voor dit voorbeeld is een verwarmingsactuator vereist, die op de rege-
laandrijvingen van de verwarmings-/koelcircuits (vloerverwarming)
wordt aangesloten, evenals een schakelactuator met binaire ingang,
die op het ingangscontact van de circulatiepomp wordt aangesloten.
In het GPA-project zijn de verbruikers "Verwarmen en koelen - vloerver-
warming (met water)" en "Verwarming en koelen - melder warmte-/
koudebehoefte" vereist.
Projectering
1. Sleep de verwarmingsactuator en bijvoorbeeld een schakelactua-
tor met binaire ingang alsook de bovengenoemde verbruikers naar
het project.
2. Kies voor de uitgang van de schakelactuator de functie "Warmte-
behoefte" en wijs de verbruiker „Verwarmen en koelen - melder
warmte-/koudebehoefte" toe.
3. Selecteer op de verwarmingsactuator de functie "Warmtebe-
hoefte" en wijs de verbruiker "Verwarmen en koelen - melder
warmte-/koudebehoefte" toe. Deze functie is te vinden onder
"Sensoren", die zich onder de uitgangen bevindt.
Let op
Houd er bij de aansluiting van apparaten met binaire ingang
rekening mee, dat bus- en netspanningsklemmen niet in een
gemeenschappelijke aansluitruimte mogen worden
geplaatst. Meer informatie vindt u op pagina 86.
Gedrag van de installatie
In de winter: De warmtepomp staat in de verwarmingsmodus.
Als de temperatuursensor het signaal doorgeeft dat het in de ruimte te
koud is (werkelijke temperatuur < gewenste temperatuur), opent de
verwarmingsactuator de regelklep en geeft het signaal "Warmtebe-
hoefte" in het systeem. De schakelactuator beoordeelt het signaal
"Warmtebehoefte" en schakelt de circulatiepomp in. Daarmee stroomt
warm water door de buizen in de vloer en wordt de ruimte verwarmd.
Als de temperatuursensor het signaal doorgeeft dat het in de ruimte te
warm is (werkelijke temperatuur > gewenste temperatuur), sluit de ver-
warmingsactuator de regelklep en geeft het signaal "Geen warmtebe-
hoefte" in het systeem. De schakelactuator beoordeelt het signaal
"Geen warmtebehoefte" en schakelt de circulatiepomp uit om energie
te besparen.
In de zomer: De warmtepomp staat in de koelmodus.
Als de temperatuursensor het signaal doorgeeft dat het in de ruimte te
warm is (werkelijke temperatuur > gewenste temperatuur), opent de
verwarmingsactuator de regelklep en geeft het signaal "Koudebehoef-
te" in het systeem. De schakelactuator beoordeelt het signaal "Koude-
behoefte" en schakelt de circulatiepomp in. Daarmee stroomt koud
water door de buizen in de vloer en wordt de ruimte gekoeld.
Als de temperatuursensor het signaal doorgeeft dat het in de ruimte te
koud is (werkelijke temperatuur < gewenste temperatuur), sluit de ver-
warmingsactuator de regelklep en geeft het signaal "Geen koudebe-
hoefte" in het systeem. De schakelactuator beoordeelt het signaal
"Geen koudebehoefte" en schakelt de circulatiepomp uit om energie te
besparen.