52
/ Gebruiksscenario's
Gira One
4.6.4
Vloertemperatuur begrenzen
Voorbeeldtoepassing
Bij elektrische vloerverwarmingen die onder een parketvloer worden
geïnstalleerd, mag de vloertemperatuur niet hoger zijn dan 27 °C, om-
dat de parketvloer anders beschadigd raakt.
Met Gira One kunt u op de binaire ingang 3 van de UP-actuatoren een
Gira externe voeler (art. 1493 00) aansluiten om een begrenzing van de
vloertemperatuur te realiseren. Hierdoor wordt gegarandeerd dat bij
het overschrijden van de temperatuur het verwarmingscircuit wordt
uitgeschakeld om de parketvloer niet te beschadigen.
Projectering
1. Sluit de externe voeler aan op de binaire ingang 3.
2. Selecteer voor de binaire ingang 3 de functie „Vloertemperatuur"
en wijs als verbruiker de desbetreffende vloerverwarming toe.
3. Als u de visualisatiefunctie
tuur om eem eigen tegel in de Gira Smart Home app weergege-
ven.
4. Kies op de verwarmingsactuator de functie „Verwarmen" en wijs
als verbruiker de juiste vloerverwarming toe.
5. De maximale vloertemperatuur wordt op de verwarmingsactuator
vastgelegd. Open op de verwarmingsactuator voor de desbetref-
fende uitgang de uitgebreide instellingen en stel de grenswaarde
voor de vloertemperatuur in.
Geavanceerde parameterinstellingen van de verwarmingsactuator
activeert, wordt de vloertempera-
4.6.5
Boost-functie via drukcontact activeren
Voorbeeldtoepassing
In de badkamer van een woonhuis moet de radiator via een drukcon-
tact gedurende een bepaalde tijd volledig worden opgewarmd. Na af-
loop van de tijd wordt de temperatuur weer in de „normale"
bedrijfsmodus teruggeregeld. Deze functie kan bijv. worden gebruikt
om de ruimtetemperatuur gedurende een bad kortstondig te verwar-
men. Gira One regelt de temperatuur voor u, nadat u het baden hebt
beëindigd. Zo bespaart u waardevolle energie, en hebt u het tijdens het
baden toch aangenaam warm.
Projectering
1. Sleep een drukcontact naar de badkamer.
2. Sleep een verwarmingsverbruiker naar de badkamer.
Houd er rekening mee dat alleen de twee verbruikers „Radiatoren
elektrisch" en „Radiatoren watergeleid" via een boostfunctie kun-
nen worden aangestuurd.
3. Sleep een verwarmingsactuator naar het project.
4. Selecteer met de drukcontact de functie „Boost" en wijs de desbe-
treffende verwarmingsverbruiker toe.
5. Selecteer op de verwarmingsactuator de functie „Verwarmen" en
wijs de desbetreffende verwarmingsverbruiker toe.
6. De duur van de boostfunctie wordt op de verwarmingsactuator
vastgelegd. Open op de verwarmingsactuator voor de desbetref-
fende uitgang de uitgebreide instellingen, en stel de duur van de
boostfunctie in minuten in.
Geavanceerde parameterinstellingen van de verwarmingsactuator