Storingen, oorzaken en eventuele oplossingen:
Storing
De vloerverwarming wordt niet
warm of gee geen warmte.
De vloerverwarming wordt te
warm
De cv aanvoer leiding wordt warm
en eventueel de retour leiding ook
De pomp maakt een ruisend geluid
De vloer verwarming wordt niet
warm
De vloer word niet warm
Er is drukverlies: de CV ketel moet
regelma g bijgevuld worden.
Oorzaak
De CV installa e staat niet aan
De circula e pomp draait niet
De pomp as staat vast
De maximaal thermostaat
staat niet goed afgesteld
De thermostaatkraan niet
goed afgesteld
De pomp draait niet
De aanvoerleidingen zijn geven niet vol‐
doende volume af, zijn te klein of te lang
Er zi en luchtbellen in het circuit
Er zi en tevens radiatoren die de ruimte
verwarmen
De vloerverwarming slaat af voordat de
vloer op temperatuur is
Het expansievat is kapot
Oplossing
De CV installa e aanze en
De stekker van de pomp in het stopcontact steken
Draai de schroef in het midden van de pomp los met een schroe‐
vendraaier en draai de as van de pomp in de rich ng van de pijl
op de pomp of geef met de achterkant van een schroeven draaier
een paar kken op het huis van de pomp (Alleen bij B‐label pomp)
De maximaalthermostaat op ca. 55 °C
De thermostaatkraan terugdraaien waardoor op de thermometer
de gewenste afgestelde temperatuur wordt bereikt
LET OP: de thermometers op de verdelers zijn niet geijkt, dus
geven een indica e aan en niet de exacte temperatuur
Zie vorige pagina
Zie schema vorige pagina lengte groepen
Als het ruisende geluid na enkele dagen niet verdwenen is ontlucht dan
de gehele installa e
Als de thermostaatkraan goed werkt en de kranen van de groepen volle‐
dig openstaan en de pop draait gewoon dan is het meest waarschijnlijke
dat er luchtbellen in de vloerverwarmingsslang zi en, de enige oplossing
is dan de groepen stuk voor stuk volledig door te spoelen en daarna de
slangen weer aansluiten op de unit.
Wanneer er in dezelfde ruimte ook nog radiatoren hangen die de ruimte
verwarmen, kan het zijn dat de thermostaat al afslaat, terwijl de vloerver‐
warming nog niet op temperatuur is. Draai alle in de ruimte aanwezige
radiatoren dicht en controleer dan of de vloer warm wordt. Zet de ther‐
mostaat op bijvoorbeeld 25 graden C. en geef de vloerverwarming de
kans om op temperatuur te komen.
Houdt u in geval van bijverwarming rekening met het feit dat de vloerver‐
warming "trager" is dan een radiator. De ruimte wordt opgewarmd door
de radiatoren en eenmaal de op de kamerthermostaat ingestelde tem‐
peratuur bereikt, zal de toevoer uitgeschakeld worden (CV ketel gaat uit
of toevoer van stadsverwarming wordt gesloten) Naar mate U de radiato‐
ren meer dicht zet zal al de vloerverwarming beter func oneren.
U kunt dit bereiken door op de radiatoren (in dezelfde ruimte) thermo‐
staatkranen te (laten) monteren.
Deze stelt u dan bijvoorbeeld in op 18°C , terwijl u de kamerthermostaat
bijvoorbeeld instelt op 20°C (dus al jd hoger dan de thermostaatkranen
op de radiatoren). De warmtetoevoer vanuit CV of stadsverwarming zal
dan nog "aan" blijven en de vloer goed opwarmen.
De kans dat er een lekkage in de vloerverwarming zit is minimaal: er zal
eigenlijk nooit spontaan een lekkage optreden.
In de gevallen waarbij de CV ketel regelma g moet worden bijgevuld, zal
de oorzaak hoogstwaarschijnlijk liggen bij een lek expansievat.
Wanneer u het expansievat laat vervangen zal de klacht
(hoogstwaarschijnlijk) verholpen zijn. Dit hee niets met de vloerverwar‐
ming te maken. (maar komt wel regelma g voor)