Plaatsing verdeelunit:
Verdeelunit dient waterpas op de muur gehangen te worden, om het ontluch ngspunt (G) op maal te benu en.
De verdeler is standaard voorzien van rubberen geluiddempers, als extra kunt u nog geluidsdempende pluggen gebruiken, een pomp
hee een draaiend gedeelte welk resonan e geluid met zich mee kan brengen.
De verdeelunit kan onder het niveau van de te verwarmen oppervlakte geplaatst worden, dit kan alleen in overleg daar er eventueel
aanpassingen moet gebeuren aan de unit. Indien deze aanpassingen niet toegepast worden gee dit problemen met lucht in het
systeem en kan de pomp droogdraaien, hierdoor beschadigd deze en func oneert niet meer naar behoren.
Monteer de verdeelunit hoog genoeg, de vloerverwarmingsbuizen 'geleidelijk' naar/op de verdeelunit toe buigen/monteren, waar‐
door knikken van de buis voorkomen wordt.
Aansluiten verdeelunit op de warmtebron:
De warmtebron aanvoerleiding moet aangesloten worden op het aanvoerven el (B) van de verdeelunit.
De CV retourleiding moet aangesloten worden op het retourven el (C) van de verdeelunit.
De aanvoer‐ en retourleidingen dienen voldoende capaciteit te hebben;
Aantal groepen
t/m 2 groepen bijverwarming
3 t/m 7 groepen
8 t/m 10 groepen
11 t/m 16 groepen
Aansluiten van de vloerverwarmingsbuis op de verdeelunit:
U wordt geadviseerd de lengte vloerverwarmingsbuis te beperken tot maximaal 90 tot 100 meter per groep. Hou de groepen zoveel
mogelijk gelijk in lengte. Mochten de lengtes toch sterk afwijken bestaat de mogelijkheid debietmeters (doorstroommeters) te mon‐
teren op de retourven elen/ groepsafsluiters (E); zie ook ingebruikstelling/inregelen verdeelunit.
De vloerverwarmingsbuizen dienen recht te worden afgesneden en te worden ontdaan van eventuele bramen.
Schuif de euro‐conische moer ongeveer 10 cm over de vloerverwarmingsbuis, schuif de klemring op de buis en schuif deze enkele
cen meters door, monteer vervolgens de buistule in de buis tot aan de borst en schuif de klemring terug tot aan de tule.
Schroef de buis vervolgens op de aanvoerkoppeling (F) en verleg de slang van de betreffende groep.
Sluit het einde van de slang/ groep met behulp van een buiskoppeling (als hiervoor beschreven) aan op de groepsafsluiter €.
Bij meerdere groepen het hier voorstaande herhalen.
Vullen en ontluchten van de vloerverwarmingsinstalla e: (DE POMP DIENT STROOMLOOS TE ZIJN IVM MET DROOGLOPEN!)
Het retourven el (C) dient gesloten te worden met behulp van een inbussleutel, achter het afdekkapje zit een inbusbout, deze
rechtsom draaien; draai tevens alle groepsafsluiters (E) dicht.
Sluit een vulslang aan en start het vullen door de water‐ en vulkraan geleidelijk open te ze en, deze hoe niet vol open.
Zodra er voldoende druk in het vloerverwarmingssysteem is kunt u groep voor groep ontluchten door de groepsafsluiter (E) te ope‐
nen en gelijk jdig te ontluchten via het ontluch ngspunt (G)
Na het ontluchten van een groep dient u de betreffende groepsafsluiter (E) te sluiten en deze procedure te herhalen bij eventuele
volgende groepen.
Tijdens het ontluchten dient er voldoende druk in het systeem aanwezig te blijven.
Ingebruikstelling/inregelen van de verdeelunit:
De groepsafsluiters (E) kunnen opengedraaid worden. Als er sterk verschillende groepslengtes zijn toegepast, moet er per groep inge‐
regeld te worden (eventuele met debietmeters onder de groepsafsluiters (E) vereenvoudigt het inregelen per groep).
De pomp instellen naar wens, conform aanwijzingen welke u vind op de volgende pagina's.
Draai het retourven el (C) geheel open door de inbusbout achter het afdekkapje linksom te draaien.
Steek de stekker (O) van de pomp in een rand‐geaarde wandcontactdoos.
Draai de thermosta sche regeling (B) van het aanvoerwater geleidelijk, met 5°C per dag naar de uiteindelijk gewenste vloerwater‐
temperatuur (veelal 38 tot 40°C). Zie schema MMA thermostaatkraan hieronder;
MMA thermostaat ventiel standaard.
MMA MTWZ thermostaatkop 5-55C.
Leiding lengte aanvoer + retour van de ketel
naar de unit
Tot 5 meter
Tot 13 meter
Meer als 13 meter
Tot 4 meter
Meer als 4 meter
-
Stand op
Temp. in C.
Leiding diameter
CV buis
15mm
22mm
28mm
22mm
28mm
28mm
1
2
3
4
5
13
20
27
Leiding diameter
AlU-pex buis
20mm
25/26mm
32mm
25/26mm
32mm
32mm
5
6
7
8
32
37
43
49
9
55