Download Print deze pagina

Uitleg Symbolen - Wilo SLIM verdeler Montagehandleiding

Advertenties

Vervolg ingebruikstelling/inregelen van de verdeelunit:  

De vloer‐aanvoertemperatuur is af te lezen op temperatuurmeter (F); de vloer‐retourtemperatuur is af te lezen op                            
temperatuurmeter (M)  

Indien het vloer‐aanvoerwater niet op de gewenste temperatuur komt en er is nog geen LTC ven el geplaats dient er een LTC ven el 
geplaats te worden (A), op oneel verkrijgbaar. 

Bij het eventueel uitwisselen van de pomp dient rekening gehouden te worden dat enkel de inbusbouten van de pomp (niet van het 
huis!) los gedraaid worden. Indien er veranderingen aangebracht worden aan de inbusbouten op het pomphuis vervalt elke vorm van 
garan e.  

De ingestelde temperatuur van de MMA aanvoer thermostaatkop kan indien gewenst vastgezet worden; 
Werking WILO yonos pomp: 
Ontluch ng stand 
Δp‐v 
Advies instelling bij normale lengtes slang 
1 t/m 2 groepen  
3 t/m 4 groepen 
5 t/m 6 groepen 
7 t/m 8 groepen 
9 t/m 10 groepen 
11 t/m 12 groepen 
13 t/m 14 groepen 
15 t/m 16 groepen 
 
 
Δp‐c 
stand 1 
stand 2 
stand 3 
stand 1/2 
stand 2/3 
stand 1/2 
stand 2/3 
stand 3 

Aan de onderzijde vindt u een rood en een blauw knop‐
je die u met een schroevendraaier in kunt drukken. 

Door de knop te draaien vindt u of het blauwe knopje 
of het rode knopje. Naar gelang u de minimum‐ (blauw) 
of de maximum temperatuur (rood) wilt instellen, zet u 
deze op de gewenste kleur. 

Door een pla e schroevendraaier in het gat met het 
blauwe of rode knopje te draaien, kan de gewenste 
maximum‐ of minimum temperatuur ingesteld worden. 

Verschildruk constant (Δp‐c)  

De gewenste verschildruk wordt binnen het toegestane 
debietbereik constant op de ingestelde verschildruk gehou‐
den tot aan de maximale karakteris ek. Wilo beveelt dit 
regelingstype aan voor vloerverwarming spiralen of oude‐
re verwarmingssystemen met groot bemeten leidingen.  

O ewel, de pomp houdt zijn ingestelde opvoerhoogte con‐
stant over zijn complete toerengebied. Dus stel, de ingestel‐
de opvoerhoogte is op het bedrijfspunt 3mwk, dan is dit bij 
Q=0m3/h nog steeds het geval.  
Ontluch ngsrou ne  

Alvorens een systeem in gebruik te nemen, is het zeer aan 
te bevelen om het goed te ontluchten. Een hulpmiddel 
hierbij is de ontluch ngsfunc e op de pomp. Wanneer deze 
geselecteerd is zal een rou ne opgestart worden waarbij 
het medium afwisselend in beweging en weer tot s lstand 
wordt gebracht. Hiermee ervoor zorgend dat het meren‐
deel van de overgebleven lucht in het systeem naar de au‐
toma sche ontluchters wordt geleid.  
Uitleg symbolen 
 

Advertenties

loading