Verschildruk variabel (Δp‐v): (Het beste bij vloerverwarming)
De gewenste waarde voor de verschildruk wordt binnen het toegestane debietbereik lineair tussen ½H en H verhoogd. De door de
pomp opgewekte verschildruk wordt geregeld op de
ingestelde gewenste waarde voor de verschildruk. Dit regelingstype wordt vooral gebruikt bij verwarmingsinstalla es met radiatoren,
aangezien zo de stromingsgeluiden in de thermostaat‐ven elen worden verlaagd. Wilo beveelt dit regelingstype niet aan voor vloer‐
verwarming‐spiralen.
O ewel, de pomp regelt zijn ingestelde opvoerhoogte naar Q=0m3/h terug naar de hel van zijn ingestelde waarde. Vb. de ingestel‐
de opvoerhoogte is 3mwk. De pomp zal dit bij Q=0m3/h teruggeregeld hebben naar 1.5mwk. Aangezien de weerstand in een vloer‐
verwarmingssysteem niet of nauwelijks veranderd bij het dichtlopen van groepen (want groepen staan paralel) genereert de pomp
op een bepaald punt (bij dichtlopende groepen) niet voldoende opvoerhoogte meer om het water door de groepen te krijgen.
Welke instelling is gewenst:
Wanneer is de Δp-v instelling aanbevolen om te gebruiken:
Wanneer is de Δp-c instelling aanbevolen om te gebruiken:
Hoe dient de ontluchting stand gebruikt te worden:
LED kleur
Betekenis
Con nu groen
Pomp draait normaal Pomp draait gedurende 10 min in
Groen knipperend
Ontluchingsrou ne
ac ef
Rood/groen
Automa sche situa e.
knipperend
Pomp werkt, maar
staat in beveiligings‐
modus
Rood knipperend
Pomp is gestopt
Geen LED
Geen voeding
Ac e
ontluch ngsrou ne. Hierna dient de
pomp ingesteld te worden op het
gewenste werkpunt.
Pomp zal automa sch her‐starten
wanneer de omstandigheden weer
normaal zijn.
Reset de pomp.
Check het LED signaal.
Reset de pomp
Check het LED signaal
Als het drukverlies van de installatie (buizen) hoger
dan die van het verwarmingssysteem Ap-v instelling
wordt aanbevolen.
(Standaard bij vloerverwarming,
radiatoren zijn voorzien van thermostaat kranen)
Als het drukverlies van de installatie (buizen) veel
lager is dan die van het verwarmingssysteem.
(Oudere vloerverwarming systemen en radiator
systemen)
Het ontluchting programma duurt 10 minuten, hierna
dient de gewenste instelling door de installateur
ingesteld te worden.
Oorzaak
1. Verkeerd voltage (U<160V of U>
280V)
2. Oververhi ng: motortempera‐
tuur te hoog
Pomp kan zichzelf niet herstarten
vanwege con nue storing
1. Pomp is niet aangesloten op
netspanning
2. LED is beschadigd
3. Electronica is beschadigd
Oplossing
1. Controleer de voeding
2, Controleer de water‐ en
omgevingstemperatuur
Vervang de pomp
1. Controleer de voedingskabel
2, Controleer of de pomp draait
3, Vervang de pomp