Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw, montage en onderhoud Aquaris Silent
Onderbreek de stroomvoorziening voordat u elek-
trische of hydraulische aansluitingen tot stand
brengt.
Als u zich niet houdt aan de voorgeschreven ma-
nier van omgaan met het apparaat kan dat tot zwa-
re beschadigingen aan het apparaat of tot het
indringen van water in de luchtkanalen leiden.
Gebruik gepast gereedschap, gepaste apparaten
en materialen bij het installeren van het apparaat
en let op de veiligheids- en andere geldende voor-
schriften.
SCHAKO is niet aansprakelijk voor schade die ont-
staan is door een verkeerde installatie of bij het ge-
bruik van ongeschikte bevestigingsinrichtingen.
Montage en verbindingen
De plaats waar het apparaat in werking is of in elkaar wordt gezet
moet vlak en effen zijn om zo schadelijke spanningen bij het be-
vestigen van de modules te verhinderen.
Verbinding van de bouwgroepen
Da basiseenheid van de blaasconvector (registers, filters en mo-
tor-ventilator) wordt volledig in de fabriek gemonteerd en zo ge-
leverd. De enige aansluitwerken die de installateur moet doen, is
het monteren van de blaasconvector aan de beschikbare luchtka-
nalen resp. de bevestiging van de aansluitkast aan de hoofdunit.
Aansluiting van de luchtkanalen
Aan de luchttoevoerzijde beschikt de blaasconvector (indien zo
opgegeven in de bestelling) over een flens (-FL) voor de monta-
ge van het luchtkanaal. Voor de luchtafvoer bezit de blaascon-
vector openingen in de luchtafvoersteun waardoor het
luchtkanaal eraan kan worden vastgeschroefd. Als er een aan-
sluitkast met aansluitaftakking is, moeten de luchtkanalen met
behulp van klemmen, lasplaten, enz. worden bevestigd.
Wanneer aansluitkasten ter plaatse worden ingezet, dan moet er
tussen de aanzuigflens en de aansluitkast een dichting van 2
mm worden voorzien voor het wisselen van filters.
Aansluitkasten
Het aanbrengen van de aansluitkasten voor luchttoevoer en se-
cundaire luch aan de hoofdunit, gebeurt met behulp van flexibe-
le verbindingssteunen die optioneel te verkrijgen zijn.
Constructiewijzigingen voorbehouden.
Verzeker u er voor het verbinden van dat de isolatie
aan de rand van de aansluitkast zich goede toestand
bevindt.
Flexibele aansluitingen
Optioneel kunnen bijkomende
flexibele aansluitingen geleverd
worden die verhinderen dat tril-
lingen overgaan op de installatie.
De opstelling gebeurt door het
vastschroeven van de flexibele
aansluitingen aan de apparaatunit.
Z11/01 - 7
Staat:
05.04.2013
Terugname niet mogelijk!
Advertenties
Inhoudsopgave
