Inbouw, montage en onderhoud Aquaris Silent
Installatie en inbedrijfstelling
Operationele voorwaarden
Voor de installatie of inbedrijfstelling van het apparaat moeten
volgende operationele voorwaarden in acht worden genomen:
- Koel- en verwarmingsvloeistof: water of glycolen (ethyl of
propyleen) in een concentratie van minder dan 60 %.
- Ingangstemperatuur van het water: van 5 tot 95 °C.
- Luchtingangstemperatuur van 2 tot 45 °C
- maximale werkdruk: 8 bar / 95 °C
- Bedrijfsspanning: 230 V ± 6 %, 50/60 Hz.
- Beschermingsklasse: IP21 (bouwreeks SP), IP20 (bouwreeks EC)
Om afzettingen en corrosie te voorkomen moet de
kwaliteit van het water voor de registers overeen-
komstig VDI-voorschrift 2035 en DIN 50930 zijn.
Inontvangstneming uitrusting
Bij de inontvangstneming van de uitrusting moeten de componen-
ten nauwkeurig worden gecontroleerd om te waarborgen dat er
geen schade is ontstaan bij het transport. Bovendien moet u con-
troleren of afmetingen, samenstelling en de code van de identifica-
tiesticker overeenkomen met uw bestelling. Om mogelijke schade
bij het transport te voorkomen, worden de apparaten in de fabriek
op paletten geplaatst (waarvan het gewicht en de afmetingen aan-
gepast zijn aan het betreffende apparaat) en zo afgeleverd. Wanneer
meerdere eenheden op elkaar worden gestapeld, worden er planken
tussen gezet. Het geheel wordt dan met doorzichtige plasticfolie en
banden ingepakt. Het wordt aangeraden om die bescherming tot
aan de inbedrijfstelling van het apparaat te behouden.
Bedrijfsspanning
Benaming:
- SP: type ventilator
- 10: grootte van de blaasconvector
- H: uitvoering van het apparaat (horizontaal)
- 3: type installatie (2-geleiders)
- R: Aansluitzijde van het hoofdregister (water)
Constructiewijzigingen voorbehouden.
Benaming
stroomverbruik
Z11/01 - 5
Als er zich bij het apparaat schade als gevolg van het fa-
bricageproces zou voordoen, neem dan voor de installa-
tie contact op met de plaatselijke expeditieafdeling.
Transport, hijsen en behandeling
Transport en handling van het apparaat
moeten in dezelfde positie gebeuren als
waarin het apparaat ook later zal zijn aan-
gebracht, tenzij er op het apparaat zelf een
uitdrukkelijke tegengestelde aanwijzing
staat. Transport, lossen en optillen van het
gehele apparaat moeten met de nodige
voorzichtigheid gebeuren en met behulp van gereedschap dat ge-
schikt is voor het gewicht en de afmetingen van het apparaat.
Gewicht van de
Gewicht van de basiseen-
NW
basiseenheid (kg)
heid met behuizing (kg)
10/11
14
20
20/21
30/31
25
40/41
32
35
50/51
SCHAKO is niet aansprakelijk voor schade aan ap-
paraten die optreedt ten gevolge van verkeerd(e) of
hier niet vermeld(e) handeling, opladen of lossen.
Het apparaat kan enkel door het aan de behuizing
vast te houden in positie worden gehouden en wor-
den verplaatst. Het gewicht mag bij het steunen
geen invloed hebben op de condensaatbak of (in-
dien aanwezig) op de wateraansluitingen.
Opslag
Als het apparaat niet onmiddellijk na de inontvangstneming
wordt geïnstalleerd, dan moet het volgens de volgende aanwij-
zingen worden opgeslagen:
- Sla het apparaat op een droge, zuivere, veilige plaats op
waar het apparaat niet beschadigd kan geraken, d.w.z.
buiten bereik van corrosieve atmosferische invloeden.
- Laat het apparaat in de beschermingsmiddelen (folie, ban-
den, pallets enz.) uit de fabriek, voor zover ze nog niet zijn
verwijderd.
- Bedek het apparaat met dekzeilen om het te beschermen
tegen stof, vocht en extreme temperaturen.
- Laat de rotor van de ventilator met regelmatige tussenpo-
zen draaien.
- Bescherm de elektrische componenten op gepaste wijze. Mocht
het apparaat voor langere duur worden opgeslagen, verwijder
dan de elektrische eenheid en bewaar deze op een droge plaats.
- Toegangen, opening en buizen moeten hermetisch afge-
dekt zijn met stofkappen.
20
28
36
46
49
Staat:
05.04.2013
Terugname niet mogelijk!