Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw, montage en onderhoud Aquaris Silent
Aanbrengen van toebehoren
Een verkeerde montage van de modules en van
de toebehoren kan leiden tot een aanzienlijk vermo-
gensverlies van het apparaat.
temperatuurregelaar
Het monteren van de temperatuurregelaar moet volgens het ge-
kozen model gebeuren. Daarom moeten de aanwijzingen ge-
volgd worden die bij het desbetreffende model zijn bijgevoegd.
Om altijd optimaal de temperatuur via sensoren te kunnen me-
ten, moet u in principe echter op het volgende letten:
- Installeer de temperatuurregelaar niet in de buurt van of
boven een warmtebron (direct zonlicht, lampen, televisie-
toestellen, verwarmingsinstallaties, enz.), op plaatsen
waar het tocht of rechtstreeks tegenover een luchtrooster
waar lucht uitgeblazen wordt.
- Installeer temperatuurregelaars minstens 1,5 meter bo-
ven de grond.
- Installeer temperatuurregelaars niet op naar buiten ge-
richte wanden.
Verzeker u er voor het boren van dat er zich geen
elektrische kabels, water- of gasleidingen bevinden
op de plaats waar de temperatuurregelaar wordt
aangebracht.
Stelaandrijvingen
De installatie van de stelaandrijvingen hangt van het gekozen
model af. Volg de aanwijzingen die bij het desbetreffende model
zijn gevoegd.
Kleppen
De kleppen werden reeds in de fabriek ingebouwd waardoor elke
verdere installatie wegvalt. Op vraag van de klant kan het appa-
raat zonder kleppen worden geleverd. Volg in dat geval de aan-
wijzingen van de fabrikant van de kleppen.
Condensaatpomp
Door een condensaatpomp te installeezn, kan het condensaat
dat in de Aqaris Silent ontstaat weglopen, ook wanneer de wa-
terafloop hoger ligt dan de condensaatafvoer.
Als de belangrijkste waterafloop zich boven het niveau van de af-
loop van de Aquaris Silent zou bevinden dan is zo'n voorziening
vereist. De condensaatpomp verhindert het overlopen van de
Aquaris Silent.
De door de fabriek geleverde condensaatpomp is standaard uit-
gerust met een potentiaalvrije opener als veiligheidsschakelaar.
Indien de afwatering niet mogelijk is (verstopping, overmatige
Constructiewijzigingen voorbehouden.
condens, uitvallen van de pomp enz.) dan kan er via de veilig-
heidsschakelaar een storingsmelding worden gegeven, of het ap-
paraat resp. de voeding voor de regelklep onderbroken worden.
Deze functie moet door de installateur worden uitgeschakeld.
Het diagram toont de capaciteit van de condensaatpomp afhan-
kelijk van de verticale afstand (V) en de horizontale afstand (H)
(met betrekking tot het latente koelvermogen).
16
15
V= 1m
14
13
12
V= 2m
11
10
9
8
V= 4m
7
6
V= 6m
5
4
V= 8m
3
V= 10m
2
1
0
0
2
4
6
Q
=
Q
Q
–
L
ges
sen
Q
Q
–
ges
sen
Q
=
--------------------------- -
V
0,68
Q
(kW)
= Latent vermogen
L
Q
(kW) = Totale vermogen
ges
Q
(kW) = Gevoelig vermogen V(m)
sen
Elektrische aansluitingen van de condensaatpomp
Door de installateur te
(1) Elektrische aansluitschakelaarL
(2) Kabel
(3) 630 mA-zekering
(4) Aquaris Silent
De condensaatpomp heeft een constante spannings-
voorziening nodig, deze mag niet worden onderbro-
ken door de regelfuncties van de ruimteregelaar.
Z11/01 - 13
8
12
14
16
18 20
22
24
10
H (m)
Q
(l/h) = Hoeveelheid condens
V
H (m)
= Horizontale verwijdering
= Verticale verwijdering
Condensaat-
pomp
= rood
N
= blauw
PE (aarding)= geel/groen
C
= zwart
NC
= zwart
Staat:
Terugname niet mogelijk!
26
28
30
05.04.2013
Advertenties
Inhoudsopgave
