DJI Mavic 3 Classic Gebruikershandleiding
Vliegtest
Procedures voor opstijgen/landen
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de statusindicator van de drone naar u
toe gericht.
2. Zet de drone en de afstandsbediening aan.
3. Start DJI Fly en open de cameraweergave.
4. Wacht tot de zelfcontrole is voltooid, het is veilig om te vliegen als er geen abnormale
waarschuwing is in DJI Fly.
5. Duw zachtjes tegen de gashendel om de drone te laten opstijgen of gebruik automatisch
opstijgen.
6. Trek aan de gashendel of gebruik automatisch landen om de drone te laten landen.
7. Duw na het landen de gashendel naar beneden houd deze vast. De motoren stoppen na 1
seconde.
8. Schakel de drone en de afstandsbediening uit.
Video met suggesties/tips
1. De checklist ter voorbereiding van de vlucht is opgesteld om u te helpen de drone veilig
te laten vliegen en ervoor te zorgen dat u video-opnamen kunt maken tijdens de vlucht.
Doorloop vóór elke vlucht de volledige checklist ter voorbereiding van de vlucht.
2. Selecteer in DJI Fly de gewenste besturingsmodus voor de gimbal.
3. Gebruik de normale of Cine-stand om video op te nemen.
4. Laat de drone NIET in slechte weersomstandigheden vliegen, zoals wanneer het regent of
winderig is.
5. Kies camera-instellingen die zijn afgestemd op uw behoefte.
6. Voer vliegtests uit om vliegroutes vast te stellen en vooraf scènes te bekijken.
• Zorg ervoor dat de drone op een vlakke en stabiele ondergrond staat voordat
u opstijgt. Stijg NIET op vanaf uw handpalm of terwijl u de drone met uw hand
vasthoudt.
78
©
2022 DJI Alle rechten voorbehouden.