DJI Mavic 3 Classic Gebruikershandleiding
• De zichtsystemen hebben een beperkt vermogen om obstakels te detecteren en te
vermijden en de prestaties kunnen door de omgeving worden beïnvloed. Zorg ervoor
dat u de drone in zicht houdt en let op de meldingen in DJI Fly.
• De neerwaartse zichtsystemen werken het beste wanneer de drone op een hoogte van
0,5 tot 30 meter vliegt. Extra voorzichtigheid is geboden als de hoogte van het vliegtuig
meer dan 30 m bedraagt, aangezien de zichtsystemen kunnen worden beïnvloed.
• Het hulponderlicht kan in DJI Fly worden ingesteld. Als Auto is ingesteld, wordt het
automatisch ingeschakeld als het omgevingslicht te zwak is. De prestaties van de
camera's van het zichtsysteem kunnen worden beïnvloed wanneer het hulponderlicht
is ingeschakeld. Vlieg voorzichtig als het GNSS-signaal zwak is.
• Het zichtsysteem werkt mogelijk NIET goed als de drone boven water of een
besneeuwd gebied vliegt. Het vliegtuig kan mogelijk niet goed boven water landen.
Zorg ervoor dat u de drone in zicht houdt en let op de meldingen in DJI Fly.
• De zichtsystemen kunnen niet correct werken boven oppervlakken die GEEN duidelijke
variaties in patroon hebben. De zichtsystemen kunnen in de volgende situaties niet
goed functioneren. Bestuur de drone voorzichtig.
a. Bij het vliegen boven oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen zwart,
volkomen wit, volkomen groen).
b. Bij het vliegen boven oppervlakken met hoge reflectie.
c. Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken.
d. Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of objecten.
e. Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of drastisch verandert.
f. Bij het vliegen boven extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 40.000 lux)
oppervlakken.
g. Bij het vliegen over oppervlakken die infraroodgolven sterk reflecteren of
absorberen (bijv. spiegels).
h. Bij het vliegen over oppervlakken zonder duidelijke patronen of textuur.
i. Bij het vliegen boven oppervlakken met identiek herhalende patronen of
structuren (bijvoorbeeld tegels met hetzelfde ontwerp).
j. Bij het vliegen over obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van bomen).
• Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Manipuleer de sensoren NIET. Gebruik de
drone NIET in stoffige of vochtige omgevingen.
• Camera's van het Vision System moeten mogelijk worden gekalibreerd nadat ze
voor een langere periode zijn opgeslagen. Er verschijnt een melding in DJI Fly en de
kalibratie wordt automatisch uitgevoerd.
• VLIEG NIET als het regenachtig of mistig is of als er geen helder zicht is.
• Controleer vóór elke start het volgende:
a. Zorg dat stickers of andere obstakels de sensoren van de infrarooddetectie en
zichtsystemen niet blokkeren.
b. Verwijder eventueel aanwezig vuil, stof of water op de infrarooddetectie-
en zichtsystemen met een zachte doek. Gebruik geen alcoholhoudende
reinigingsmiddelen.
c. Neem contact op met de DJI Support als het glas van de infrarooddetectie- of
zichtsystemen beschadigd zijn.
• Blokkeer het infrarooddetectiesysteem NIET.
27
©
2022 DJI Alle rechten voorbehouden.