Omschrijving
C1
264 B
Ventilator uitgevallen.
C4
273 B
De brander en de ventilator waren 24 uur
ononderbroken in bedrijf en worden voor
een veiligheidscontrole gedurende korte
tijd buiten bedrijf gesteld.
C6
215 V
Ventilator te snel
C6
216 V
Ventilator te langzaam
C7
214 V
De ventilator wordt gedurende de veilig-
heidstijd uitgeschakeld.
C7
217 V
Ventilator draait niet.
D3
232 B
Temperatuurbewaking TB 1 is geactiveerd. ▶ Instelling van de temperatuurbewaking TB 1 controleren.
D3
232 B
Temperatuurbewaking TB 1 defect.
D3
232 B
Brug op de aansluitklemmen voor externe
temperatuurbewaking TB 1 ontbreekt.
D3
232 B
Temperatuurbegrenzer vergrendeld.
D3
232 B
Condenspomp uitgevallen.
D4
341 B
Gradiëntbegrenzing: te snelle temperatuur-
toename in cv-bedrijf.
D5
330 B
Externe aanvoertemperatuursensor defect
(evenwichtsfles).
D5
331 B
Externe aanvoertemperatuursensor defect
(evenwichtsfles)
E2
350
B
Aanvoertemperatuursensor defect (kort-
E2
222
V
sluiting).
E2
351
B
Aanvoertemperatuursensor defect (onder-
E2
223
V
breking).
Condens 7000iW – 6720888668 (2021/10)
Verhelpen
▶ Controleer ventilatorkabel met stekker, vervang eventueel.
▶ Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, vervang eventueel.
–
▶ Controleer en reinig of herstel eventueel het rookgasafvoersysteem.
▶ Controleer ventilatorkabel met stekker, vervang eventueel.
▶ Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, vervang eventueel.
▶ Controleer ventilatorkabel met stekker, vervang eventueel.
▶ Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, vervang eventueel.
▶ Controleer ventilatorkabel met stekker, vervang eventueel.
▶ Controleer de ventilator op vervuiling en blokkering, vervang eventueel.
▶ Controleer de instelling van de cv-regeling.
▶ Controleer de temperatuursensor en aansluitkabel op onderbreking of kortslui-
ting, eventueel vervangen.
▶ Brug op de aansluiting voor het externe schakelcontact
( pagina 21).
▶ Ontgrendel de temperatuurbegrenzer.
▶ Condensafvoer controleren.
▶ Vervang de condenspomp.
▶ Controleer de bedrijfsdruk van de cv-installatie.
▶ Servicekranen openen.
▶ Controleer de cv-pomp met servicefunctie t3 ( pagina 26).
▶ Aansluitkabel naar de cv-pomp controleren.
▶ Start de CV-pomp, vervang deze eventueel.
▶ Stel de pompcapaciteit of pompkarakteristieken correct in en pas deze aan op
maximaal vermogen.
▶ Controleer temperatuursensor en aansluitkabel op kortsluiting, eventueel ver-
vangen.
▶ Controleer de temperatuursensor en de aansluitkabel op onderbreking, eventu-
eel vervangen.
Wanneer de blokkerende storing langere tijd blijft bestaan, wordt de blokkerende
storing een vergrendelende storing.
▶ Controleer temperatuursensor en aansluitkabel op kortsluiting, eventueel ver-
vangen.
Wanneer de blokkerende storing langere tijd blijft bestaan, wordt de blokkerende
storing een vergrendelende storing.
▶ Controleer de temperatuursensor en de aansluitkabel op onderbreking, eventu-
eel vervangen.
Bedrijfs- en storingsmeldingen
inbouwen
47