Parameterset van Pfeiffer Vacuum
7.4.8
Stand-by
7.4.9
Standaard toerental
7.4.10 Bedrijfsmodus voorpomp
28
Pfeiffer Vacuum raadt het stand-by bedrijf van de turbopomp aan tijdens proces- of be-
drijfsonderbrekingen. In de stand-by modus verlaagt de aandrijfelektronica het toerental
van de turbopomp. In de toerental instelmodus kan de stand-by modus niet worden ge-
bruikt. De fabrieksinstelling voor stand-by bedraagt 66,7% van het nominale toerental.
Het onderschrijden of overschrijden van de standaardwaarde in de stand-bymodus acti-
veert of inactiveert het statussignaal [P:306] SetSpdAtt.
Parameter [P:717] op de gewenste waarde in % instellen.
Parameter [P:002] = 1
Parameteropvraag [P:308]/[P:397].
Het nominale toerental van een turbopomp is in de fabriek in de aandrijfslektronica inge-
steld. Na het vervangen van de aandrijfelektronica, resp. overstappen op een andere
pomp moet de ingestelde waarde van het nominale toerental worden bevestigd. Deze
maatregel is een onderdeel van een redundant veiligheidssysteem ter vermijding van
overbelasting.
HiPace
10 / 30 / 60 / 80
300
Parameter [P:777] instellen in overeenstemming met het pomptype.
Na het bereiken van het nominale toerental draait de turbopomp zonder de toevoer van
een aanvullend gasvolume onbelast. Afhankelijk van de proces- of toepassingsvereisten
kan het nominale toerental in de toerental instelmodus of stand-by modus worden ver-
laagd.
Het bedrijf van een aangesloten voorpomp via de aandrijfelektronica is afhankelijk van
het type voorpomp.
Bedrijfsmodus [P:025]
"0" continu bedrijf
"1" onderbroken bedrijf
"2" vertraagde inschakeling
"3" vertraagd onderbroken bedrijf
Parameter [P:025] op de gewenste waarde instellen.
Continu bedrijf
De aandrijfelektronica stuurt gelijktijdig met "Pompinstallatie in" een signaal aan de ge-
configureerde aansluiting voor nevenapparatuur om de voorpomp in te schakelen. Dit
signaal kan ook voor de aansturing van een voorvacuüm veiligheidsventiel worden ge-
bruikt.
Onderbroken bedrijf (uitsluitend membraanpompen)
Het onderbroken bedrijf kan de levensduur van de membranen van een aangesloten
membraanpomp verlengen. Voor het onderbroken bedrijf is of een membraanpomp met
een ingebouwd halfgeleiderrelais of een tussengeschakelde relaiskast met een halfge-
leiderrelais vereist. De voorpomp wordt afhankelijk van het opgenomen vermogen van
de turbopomp in- of uitgeschakeld. Uit het opgenomen vermogen kan een correlatie met
de geleverde voorvacuümdruk worden afgeleid. De uit- en inschakellimieten voor de
voorpomp kunnen worden ingesteld. Schommelingen van het opgenomen vermogen
van onbelast draaiende turbopompen en verschillen in voorvacuümdruk van de voor-
pompen vereisen het individueel instellen van het onderbroken bedrijf.
Pfeiffer Vacuum raadt een onderbroken bedrijf tussen 5 en 10 hPa aan. Voor het instellen
van de schakeldrempel is een drukmeetapparaat en een doseerventiel nodig.
Bevestiging van nominaal toerental [P:777]
1500 Hz
1000 Hz
Aanbevolen voorpomp
alle voorpompen
uitsluitend membraanpompen
alle voorpompen
uitsluitend membraanpompen