5.3 Installatie van de condensafvoer
R
L
ERV
Het condenswater dat het toestel aanmaakt moet
vorstvrij, onder afschot en luchtdicht worden afgevoerd;
Er zitten twee Zehnder bajonetsluitingen aan de
onderkant van het toestel voor de afvoer van condens.
Deze aansluitingen zijn niet luchtdicht. Het is daarom
noodzakelijk deze aansluitingen af te sluiten met de
afzonderlijk geleverde afdichtdopjes of met een droge
sifon.
Installeer geen waterslot (u-bocht) op het toestel.
Op warme dagen verdampt het water uit de sifon.
Gebruik hiervoor altijd een droge sifon aansluiting.
1 1 / 4 "
32mm
min 90mm
1 1 / 4 "
32mm
min 90mm
Enthalpiewisselaar aanwezig
Als het toestel is uitgerust met een enthalpiewisselaar,
wordt het vocht van de retourlucht deels overgedragen
op de verse buitenlucht. In dat geval hoeft er geen
condens afgevoerd te worden van het toestel. Daarom is
een droge sifon niet nodig bij een enthalpiewisselaar.
Wanneer geen droge sifon wordt geïnstalleerd, sluit dan
beide bajonetsluitingen af met de afzonderlijk geleverde
afdichtdopjes voor de condensafvoer. Als u deze
aansluitingen open laat, is het toestel niet luchtdicht.
Indien gewenst kunt u altijd een droge sifon
aansluiten op een Zehnder bajonetsluiting.
NL - 15