All manuals and user guides at all-guides.com
of auto's. Start de motor niet als de
klep van de uitwerpbuis in de richting
van de gebruiker wijst. Er bestaat het
risico op lichamelijk letsel of materiële
schade.
•
Werk slechts als alles goed verlicht
is. Onverlichte werkgebieden kunnen
leiden tot ongevallen.
•
Gebruik het apparaat niet in een voch-
tige of natte omgeving.
•
Werk niet met het apparaat als u moe
of ongeconcentreerd bent of na het
innemen van alcohol of tabletten. Las
altijd tijdig een werkpauze in. Ga met
verstand aan het werk. Daardoor kunt
u het apparaat in onverwachte situa-
ties beter controleren.
•
Let bij het werken op een veilige
stand, in het bijzonder op hellingen.
Werk niet op een helling. Wees uiterst
voorzichtig wanneer u de rijdrichting
op de helling wijzigt. Werk niet op
overdreven steile hellingen (max.
10°). Het gevaar bestaat dat het ap-
paraat kantelt.
•
Bedien het apparaat slechts stap-
voets. Wees uiterst voorzichtig wan-
neer u het apparaat omkeert, het naar
u toe trekt of achteruit stapt. Let op
bevroren oppervlakken, zodat wordt
vermeden dat u uitglijdt of valt.
•
Wees aandachtig als u wegen, straten
of inritten oversteekt en let op verbor-
gen gevaren en het verkeer.
•
Het apparaat mag niet opgetild of ge-
transporteerd worden zolang de motor
draait. Gevaar voor verwondingen.
•
Laat het apparaat nooit zonder toe-
zicht op het werkterrein achter.
•
Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van
de fabrikant omgebouwd apparaat.
Gebruik het apparaat nooit met be-
schadigde beschermingsinrichtingen,
afschermingen. Daarmee wordt er-
voor gezorgd dat de veiligheid van het
apparaat gehandhaafd blijft.
•
Overbelast uw apparaat niet. Werk
uitsluitend in het aangegeven vermo-
gensgebied en wijzig de regelaarin-
stellingen aan de motor niet. Gebruik
geen machines meteen laag pres-
tatievermogen voor zware werken.
Gebruik uw apparaat niet voor doel-
einden, waarvoor het niet bestemd is.
Het gebruik van het apparaat voor an-
dere dan de voorziene toepassingen
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
•
Gebruik het apparaat niet in de nabij-
heid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen. Bij veronachtzaming bestaat
er brand- of explosiegevaar.
•
Schakel het apparaat uit, trek de
netstekker af en vergewis u dat alle
beweegbare onderdelen stilstaan:
- altijd, wanneer u de machine ver-
laat,
- voordat u de uitwerpopening reinigt
of blokkeringen verhelpt,
- wanneer het apparaat niet gebruikt
wordt,
- voordat u het apparaat controleert,
reinigt of eraan werkt,
- wanneer het netsnoer beschadigd
of verstrikt geraakt is,
- wanneer het apparaat tijdens het
werken op een vreemd voorwerp
gestoten is of wanneer er zich
ongewone trillingen voordoen. On-
derzoek in dit geval het apparaat op
beschadigingen en laat het eventu-
eel repareren.
Trilling wijst in het algemeen op een
storing.
Onderhoud en opslag:
•
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten
en schroeven vast aangedraaid zijn
NL
BE
35