2
Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Bij de opstelling, de eerste ingebruikneming en het
gebruik van het apparaat moeten de volgende vei-
ligheidsvoorschriften in acht worden genomen:
VOORZICHTIG:
Functiestoringen bij defect apparaat.
Als u een beschadiging of een functiedefect van
het apparaat vaststelt:
▷ Het apparaat als defect kenmerken.
▷ Verder gebruik voorkomen tot een reparatie
heeft plaatsgevonden.
AANWIJZING:
▷ Het apparaat uitschakelen als het niet meer
gebruikt wordt of als het lange tijd onbeheerd
is, bijv. gedurende de nacht. Dit komt ook het
milieu ten goede, aangezien op deze wijze
elektrische energie bespaard wordt.
A L G E M E N E V E I L I G H E I D S V O O R S C H R I F T E N
3
Geschikt personeel
AANWIJZING:
Het apparaat mag alleen door geschoold en
gespecialiseerd personeel in gebruik genomen
en bediend worden.
N L
5