Hoofdstuk 11.0 Melders en vluchtplan situeren
11.0 Melders en vluchtplan situeren
De volgende informatie is uitsluitend bedoeld als algemene richtlijn en het wordt aanbevolen
om de lokale brandweercodes en -voorschriften te raadplegen bij het situeren en installeren
van rook-en CO-alarmen.
11.1 Rookmelders
Onderzoek heeft aangetoond dat alle vijandige branden in meerdere of mindere mate rook
genereren. Experimenten met typische branden in woningen tonen aan dat in de meeste
gevallen detecteerbare hoeveelheden rook voorafgaan aan detecteerbare niveaus van
warmte. Om deze redenen moeten rookmelders buiten ieder slaapvertrek en op iedere
verdieping van het huis worden geïnstalleerd.
De volgende informatie is alleen bedoeld als algemene richtlijn en het wordt aanbevolen lokale
brandcodes en -voorschriften te raadplegen bij het lokaliseren en installeren van rookmelders.
Het wordt aanbevolen om meer rookmelders te installeren dan er voor een minimum aan
bescherming nodig zijn. Bijkomende ruimtes die moeten worden beschermd omvatten: de
kelder; slaapkamers, met name waar rokers slapen; eetkamers; ruimtes met ovens en
bijkeukens en alle gangen die niet door de vereiste eenheden worden beschermd. Op gladde
plafonds kunnen melders gespreid worden geplaatst met 9,1 m tussenruimte als richtlijn.
Andere tussenruimte kan nodig zijn, afhankelijk van plafondhoogte, luchtbeweging, de
aanwezigheid van balken, geïsoleerde plafonds, enz. Raadpleeg Nationale wet voor
brandalarm NFPA 72, CAN/ULC-S553-02 of andere passende nationale normen voor
installatie-aanbevelingen.
•Plaats rookmelders niet bovenin plafonds met een piek of puntdak; de ruimte met dode lucht
op deze locaties kan voorkomen dat het toestel rook detecteert.
•Vermijd gebieden met turbulente luchtstromen, zoals in de buurt van deuren, ventilatoren of
ramen. Snelle luchtbewegingen rondom de melder kunnen voorkomen dat rook de detector
binnenkomt.
•Plaats melders niet in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid.
•Plaats de melders niet op plaatsen waar de temperatuur hoger kan worden dan 38 ºC (100
ºF) of lager dan 5 ºC (41 ºF).
•Rookmelders moeten in de VS altijd worden geïnstalleerd in overeenstemming met
hoofdstuk 29 van NFPA 72, de Landelijke brandalarmcode: 29.5.1.1.
Indien vereist door de toepasselijke wetgeving, voorschriften of normen voor een specifiek
type bewoning, moeten goedgekeurde enkelvoudige en meervoudige rookmelders als volgt
worden geïnstalleerd:
1. In alle slaapkamers en gastenkamers.
2. Buiten elk afzonderlijk slaapgedeelte van een wooneenheid, binnen een afstand van 6,4 m
van een deur naar een slaapkamer, waarbij de afgelegde afstand moet worden gemeten.
3. Op iedere verdieping van een onderkomen, inclusief kelders.
4. Op elke verdieping van een woon- of zorginstelling (kleine faciliteit), inclusief kelders en
exclusief kruipruimten en onafgewerkte zolders.
5. In de woonruimte(n) van een gastenverblijf.
6. In de woonruimte(n) van een woon- of zorginstelling (kleine faciliteit).
- 34 -