7
Installeer de eenheid in de printer. Breng de pijltjes op de geleiders van de eenheid op één lijn met de pijltjes in
de printer. Druk de eenheid zo ver mogelijk naar binnen.
8
Nadat u de fotoconductorkit hebt vervangen, stelt u de teller van de fotoconductor opnieuw in.
Als u de teller van de fotoconductor opnieuw wilt instellen, opent u de voorklep en houdt u
Bezig met resetten van PC-teller verschijnt. Het aan/uit-lampje knippert en de printer laat
pieptonen horen.
Let op—Kans op beschadiging: Als u de teller van de fotoconductor opnieuw instelt zonder fotoconductor te
vervangen, kan de printer beschadigd raken en komt de garantie te vervallen.
9
Sluit de voorklep.
De printer verplaatsen
Voordat u de printer verplaatst
LET OP—KANS OP LETSEL: Houdt u bij het verplaatsen van de printer aan de volgende richtlijnen om te
voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt:
•
Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact.
•
Koppel alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
•
Til de printer van de optionele lade en zet hem opzij, in plaats van de printer en de lade tegelijk te verplaatsen.
Opmerking: gebruik de handgrepen aan de zijkanten om de printer van de optionele lade te tillen.
Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit product is geleverd of een door de fabrikant goedgekeurd vervangend
onderdeel.
Let op—Kans op beschadiging: schade aan de printer die door onjuist transport is veroorzaakt, valt niet onder de
garantie.
De printer onderhouden
89
ingedrukt tot