Een optionele geheugenkaart kan afzonderlijk worden aangeschaft en op de systeemkaart worden bevestigd. U
installeert de geheugenkaart als volgt:
1
Zet de printer uit.
2
Open het toegangspaneel van de systeemkaart.
3
Haal de geheugenkaart uit de verpakking.
Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
4
Lijn de geheugenkaart met de bijbehorende connector uit met de systeemkaart.
5
Duw de vergrendelingen aan beide uiteinden van de geheugenconnector open.
Let op—Kans op beschadiging: Geheugenkaarten kunnen gemakkelijk beschadigd raken door statische
elektriciteit. Raak een geaard metalen oppervlak aan voordat u een geheugenkaart aanraakt.
Opmerking: geheugenkaarten die zijn ontworpen voor andere printers, werken mogelijk niet met uw printer.
6
Duw de geheugenkaart in de connector totdat de vergrendelingen vastklikken.
Extra installatie-opties voor de printer
16