Leveromvang
3
Leveromvang
3.1 RT Econ U
Leveromvang:
Smart-RTC voor inbouwmontage
2 schroeven voor de bevestiging in de inbouwdoos
Montage- en gebruiksaanwijzing
4
Montage
4.1 Algemeen
Aan de Smart-RTC (RT Econ A resp. RT Econ U) moeten de vol-
gende verbindingen tot stand gebracht worden:
Spanningsvoorziening
Dataleiding tussen warmtepompmanager (N1) en Smart-
RTC (N24)
De Smart-RTC mag niet door meubelen, behangselpapier en
dergelijke afgedekt worden. Er moet op gelet worden dat de re-
gelaar ook aan de achterkant in de inbouwdoos niet aan externe
opwarming of koeling, bijv. door tocht bij holle wanden of stijglei-
dingen, blootgesteld is.
4.2 Montage RT Econ U
De RT Econ U wordt in een courante diepe inbouw- of holle doos
ingebouwd. De toestelschroefafstand van de doos moet 60 mm
bedragen. (toestelafmetingen zie bijlage hoofdst. 2.1 )
Met een schroevendraaier wordt het voorste deel (display) van
het onderste deel (houder) gescheiden (zie Afb. 4.1:). Dan wordt
de vierpolige kabel afgetrokken (zie Afb. 4.2:). Aan de daarvoor
bestemde klemmen van de regelaar worden de spanningsvoor-
Afb. 4.1:
3.2 RT Econ A
Leveromvang:
Smart-RTC voor opbouwmontage
2 schroeven en 2 pluggen voor de wandmontage
Montage- en gebruiksaanwijzing
Het toestel mag niet in bereiken met directe zoninstraling gemon-
teerd worden, omdat het anders tot foute metingen kan komen.
Ook kan het gebruik in de buurt van toestellen die niet aan de
EMC-richtlijnen voldoen, tot beïnvloeding van de toestelfunctie
leiden.
De montage van de Smart-RTC moet op een hoogte gebeuren
waarop ook het display nog goed leesbaar is (ca. 1,5 m).
ziening en de busverbinding (hoofdst. 4.4 op p. 5) aangesloten.
Aansluitend wordt het onderste deel met de meegeleverde
schroeven in de inbouwdoos bevestigd. De afgebeelde pijl moet
naar boven wijzen. Voor het display opnieuw geplaatst wordt,
moet de 4-polige stekker (zie Afb. 4.2:) opnieuw aangesloten
worden (beveiligd tegen verpoling). Het display wordt eerst on-
deraan ingehangen en klikt dan van boven in.
Afb. 4.2:
4.2
NL-3