en op OK te drukken. U kunt nu instellen bij welke
temperaturen de maximale en minimale frequenties
moeten liggen.
Dit menu kan bestaan uit meerdere vensters (één voor
iedere beschikbare vraag). Gebruik de navigatiepijlen
linksboven om heen en weer te gaan tussen de ven-
sters.
Voorzichtig!
Dit menu wordt alleen weergegeven als VVM
320 is aangesloten op een warmtepomp met
een invertergestuurde compressor.
Menu 5.1.25 - tijd filteralarm
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 24
Fabrieksinstelling: 3
Hier stelt u het aantal maanden in dat tussen de
alarmberichten moet zitten als herinnering om het filter
van de F135
Menu 5.2 - systeeminstellingen
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor
uw installatie, bijv. activeren van de aangesloten
warmtepomp en welke accessoires er zijn geïnstalleerd.
Menu 5.2.2 - geïnstalleerde warmtepomp
Als er een warmtepomp is aangesloten op de master-
installatie, stelt u dat hier in.
Er zijn twee manieren waarop een aangesloten
warmtepomp geactiveerd kan worden. U kunt het al-
ternatief markeren in de lijst of gebruik maken van de
automatische functie "Zoekt naar geïnstalleerde
warmtepompen. Even geduld a.u.b.".
"Zoekt naar geïnstalleerde warmtepompen. Even
geduld a.u.b.''
Markeer "Zoekt naar geïnstalleerde warmtepompen.
Even geduld a.u.b." en druk op de OK-knop om auto-
matisch aangesloten warmtepompen voor de master-
warmtepomp te vinden.
Menu 5.2.4 - accessoires
Hier stelt u in welke accessoires er zijn geïnstalleerd op
de installatie.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automa-
tische functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de
OK-toets om automatische aangesloten accessoires
voor de VVM 320 te vinden.
62
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
Menu 5.3 - instellingen accessoire
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstal-
leerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de daar-
voor bedoelde submenu's.
Menu 5.3.2 - shuntgestuurde bijverw.
bijverwarming voorrang
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 0 – 2000 GM
Standaardwaarde: 400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempe-
ratuur in voor het starten van de externe bijverwarming
met shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte
ketel.
U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijd
van de shuntklep instellen.
Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte
van de externe bijverwarming gebruikt in plaats van
die van de warmtepomp. De shuntklep wordt net zo
lang geregeld als er warmte beschikbaar is, anders
wordt de shuntklep gesloten.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
NIBE™ VVM 320