Hoofdstuk 4.0 Inschakelen van het systeem
6
7
5
1
2
3
4
1.
Afwezig Inschakeling
2.
Aanwezig Inschakeling
3.
Uitschakeling
4.
Paniek
5.
Commando uitgang 1
6.
Berichten-LED
7.
Status-LED's
Opmerking: De paniekfunctie is niet geëvalueerd door UL. De knoppen van alle draadloze sleutels
zijn programmeerbaar. Verifieer de aan iedere sleutel toegewezen functies met uw installateur. Bij
het gebruik van compatibele draadloze sleutels klinkt er eenmaal een bel voor alarminschakeling en
tweemaal een bel voor alarmuitschakeling.
4.5.1 Het inschakelen van het systeem met een 2-weg
draadloze sleutel
Indien het als zodanig is geconfigureerd, kan het PowerSeries Neo systeem worden ingeschakeld
met de volgende draadloze sleutels:
PG4929/PG8929/PG9929
l
PG4939/PG8939/PG9939
l
Het inschakelen van het systeem met een 2-weg draadloze sleutel
Druk de knop van de gewenste stand Inschakelen op ieder moment dat het indicatielampje
l
systeem Gereed aan is.
4.5.2 Het inschakelen van het systeem met een
nabijheidslabel
Afhankelijk van de programmering van uw toetsenpaneel kunnen nabijheidslabels worden gebruikt
om het systeem in/uit te schakelen of om een geprogrammeerde functie uit te voeren(bijv. het ont-
sluiten van een kast of deur van een opslagruimte).
Het inschakelen van het systeem met een nabijheidslabel
Presenteer op ieder moment dat het indicatielampje Gereed van het systeem aan is, uw
l
nabijheidslabel aan een toetsenbord dat voorzien is van een nabijheidssensor.
Voer uw toegangscode in, als die door uw installateur is geconfigureerd.
l
4.6 Uitschakelen van het systeem
Afhankelijk van de systeemconfiguratie zijn er meerder manieren waarop u uw systeem kunt uit-
schakelen. U kunt het systeem uitschakelen met behulp van een:
2-weg draadloze sleutel
l
Nabijheidslabel
l
1
5
2
1.
Afwezig Inschakeling
2.
Aanwezig Inschakeling
3.
Uitschakeling
4.
Paniek
5.
Commando uitgang 1
6.
LED
- 13 -
6
3
4