Gebruiksaanwijzing
BEDIENEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
1. Power toets
2. Temperature toets
3. Mode toets
4. Fan speed regelingstoets
5. Timer aan/uit toets
1
2
VÓÓR DE INGEBRUIKNAME
Voordat u begint met de bediening in deze sectie:
•
Zoek keen plaats met een stopcontact in de buurt.
•
Installeer de afvoerslang en stel de raampositie goed in.
10
2
3
4
5
•
Plaats het netsnoer in een geaard AC220~240V/50Hz stopcontact;
•
Druk op de POWER toets om de airconditioner aan te schakelen
•
Bereik van werkingstemperatuur: 18°C - 35°C
•
Controleer of de afvoerslang correct is gemonteerd.
•
Bij gebruik van de functies voor koeling en ontvochtiging, houdt dan
een interval van minstens 3 minuten aan tussen elke POWER.
GEBRUIK
Koelwerking
•
Druk op de "Mode" toets totdat er een "Cool" pictogram verschijnt.
•
Druk op de p or q toets om de gewenste kamertemperatuur te
kiezen. (16ºC-31ºC)
•
Druk op de "Fan Speed" toets om de windsnelheid in te stellen.
Ontvochtigingswerking
•
Druk op de "Mode" toets tot het "Ontvochtiging controlelampje"
knippert
•
Stel de gekozen temperatuur automatisch in op de actuele
kamertemperatuur min 2ºC. (16ºC-31ºC)
•
Stel de ventilatormotor automatisch in op een LAGE windsnelheid.
Ventilatorwerking
•
Druk op de "Mode" toets totdat er een "Fan" pictogram verschijnt.
•
Druk op de "Fan Speed" toets om de windsnelheid te kiezen.
Werking van de timer
Timer AAN instelling
•
Wanneer de airconditioner op UIT staat, drukt u op de "Timer" toets en
kiest een gewenst AAN tijdstip via de toetsen voor de temperatuur- en
tijdsinstelling.
•
"Preset ON Time" wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
•
De AAN tijd kan op elk tijdstip tussen 0-24 uur geregeld worden.