Montage
1 Bevestig de montagehulpframes aan de kast
(spaanplaatschroeven PZ2 4,5 x 16 mm).
1 Schroef de bevestigingsconsolen op de
montagehulpframes (plaatschroeven PH2 3,5 x 6,5 mm).
Alleen bij kastdiepte 300 - 310 mm of bij montage in
inbouwframe (optioneel):
Het aanbrengen van de hoekstrip aan de achterzijde van de
body van de kap is niet mogelijk.
1 Maak de borgklemmen van de hoekstrip los van de body
van de kap.
16
Bij uitvoeringen voor de luchtcirculatiemodus en montage
in inbouwframe (optioneel) kan het circulatiefilter BUF 125 +
alvast worden geplaatst.
, "3.5.7 Circulatiefilter BUF 125 + monteren" (pagina 20).
Om de montage te vergemakkelijken, kunnen de volgende
onderdelen alvast aan de body van de kap worden
aangebracht voordat de body van de kap wordt ingebouwd.
Bij uitvoeringen met circulatiefilter permalyt BUR 125:
A
C
A Draagconsole
B Roosteraansluiting
C 90-graden-bochtstuk
D Pijpsectie
, "3.5.8 Circulatiefilter permalyt monteren (optioneel)"
(pagina 21).
Bij uitvoeringen voor afzuigmodus:
A
B
D
A Pijpsectie (bij gebruik van de BackFlow-technologie)
B Adapterring
C Roosteraansluiting
D Plaatadapter
E 90-graden-bochtstuk
, "3.5.9 Afzuigleiding aansluiten (bij afzuigmodus)"
(pagina 22).
B
D
C
E
6006789_0 – 06.06.2023