6
7
9
10
12 Nieuwe printplaat inzetten.
13 Montage in omgekeerde volgorde.
14 Alle aansluitingen weer tot stand brengen.
➔ Nieuwe printplaat bedraden, zie pagina 3 (4
Bedraden).
➔ Het aansluitkastje voor de elektrische controle nog
open laten.
9.2 elektrische controle op spanningsbesten-
digheid
1 Na het bedraden en voor de inbedrijfstelling van
de apparaten een elektrische controle op overslag
uitvoeren.
Controlepunten: aansluitklemmen voor het stroom-
net (N, L) tegen klem aardleiding (PE
Nominale spanning > 150 V: 1752 V~ of 2630 V=,
controletijd 1 seconde.
Nominale spanning ≤ 150 V: 1488 V~ of 2240 V=,
controletijd 1 seconde.
2 Na een geslaagde elektrische controle het deksel
weer op het aansluitkastje vastschroeven.
3 Het apparaat is weer gereed voor gebruik.
10 ondeRhoud
opgeLeT
Om een storingvrij bedrijf te waarborgen de wer-
king van het apparaat controleren:
– 1 × per jaar de elektrische installatie overeen-
komstig de plaatselijk daarvoor geldende
voorschriften controleren en met name op de
aardleiding letten, zie pagina 3 (4 Bedraden).
11 ToeBehoRen
11.1 gasdrukschakelaar dg..vC
De gasdrukschakelaar bewaakt de inlaatdruk p
de uitlaatdruk p
8
➔ Inlaatdruk p
11
Leveringsomvang:
1 x gasdrukschakelaar,
2 x zelftappende bevestigingsschroeven,
2 x afdichtringen.
Ook met vergulde contacten voor 5 tot 250 V leverbaar.
➔ Wanneer de gasdrukschakelaar wordt bijgeplaatst,
).
➔ Het schakelpunt is door middel van het handwiel
1
Type
DG 17VC
DG 40VC
DG 110VC 30–110
DG 300VC
➔ Verloop van het schakelpunt bij controle volgens
NL-9
.
d
bewaken: de gasdrukscha-
u
kelaar is op de ingangszijde gemonteerd.
Uitlaatdruk p
bewaken: de gasdrukschakelaar is
d
op de uitgangszijde gemonteerd.
p
u
zie de bijgevoegde bedieningshandleiding "Gas-
drukschakelaar DG..C", hoofdstuk "DG..C.. aan
een valVario-gasmagneetklep monteren".
instelbaar.
2
Instelbereik
(insteltolerantie
= ± 15% van de
op de schaal
aangegeven
waarde)
[mbar]
["WC]
2–17
0,8–6,8 0,7–1,7 0,3–0,8
5–40
2–16
12–44
100–
40–120
300
EN 1854 gasdrukschakelaars: ± 15%.
en
u
p
d
3
gemiddeld
schakelverschil
bij min. en max.
instelling
[mbar]
["WC]
1–2
0,4–1
3–8
0,8–3,2
6–15
2,4–8