Inhoudsopgave
Advertenties
➔ De inlaatdruk p
alsmede de uitlaatdruk p
u
aan beide kanten met behulp van de meetnippel
worden gemeten, zie de toebehoren.
➔ De afdichtingen van enkele gaspersfittingen zijn
tot 70°C (158°F) toegelaten. Deze temperatuur-
grens wordt bij een flow van minimaal 1 m
(35,31 SCFH) door de leiding en max. 50°C (122°F)
omgevingstemperatuur aangehouden.
1 Het opgeplakte plaatje of de afsluitdop op de ingang
en uitgang verwijderen.
2 Op de markering van de doorstroomrichting op het
apparaat letten!
3.1 vaa met flenzen
a
b
3.2 vaa zonder flenzen
a
b
➔ O-ring (afbeelding c) moet ingebouwd zijn.
d
e
➔ De aanbevolen aanhaalkoppels voor de verbin-
dingstechniek in acht nemen! Zie pagina 10 (12
Technische gegevens)
f
g
kunnen
d
p
p
d
u
c
c
4 BedRaden
WaaRsChuWIng
Verwondingsgevaar!
Om ervoor te zorgen dat er geen schade ontstaat,
het volgende in acht nemen:
– Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens
aan stroomvoerende onderdelen te werken de
elektrische bedrading spanningsvrij maken!
– De magneetspoel wordt tijdens bedrijf heet.
Oppervlaktetemperatuur ca. 85°C (ca. 185°F).
3
/h
➔ Temperatuurbestendige kabels (> 80°C) gebruiken.
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Luchttoevoer afsluiten.
➔ Bedrading volgens EN 60204-1.
➔ De strip in het aansluitkastje doorbreken en eruit
nemen, wanneer het deksel nog gemonteerd is.
Als de M20-wartel of de stekker reeds ingebouwd
is, vervalt het uitbreken van de strip.
3
M20-wartel
a
d
NL-3
4
b
c
e
LV1
N
(+)
(-)
Advertenties
Inhoudsopgave
