2 geBRuIK ConTRoLeRen
De valVario lucht-magneetklep VAA wordt voor de
stapsgewijze regeling voor de werking van koude lucht
gebruikt in de industriële warmteopwekking.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd – zie pagina 10 (12 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
2.1 Typeaanduiding
vaa
1-3
–
15–65
Nominale diameter in- en uitgangsflens
R
F
n
/n
/L
Langzaam openend, snel sluitend
/R
Langzaam openend, langzaam sluitend
W
Netspanning 230 V~, 50/60 Hz
Q
Netspanning 120 V~, 50/60 Hz
K
p
Netspanning 100 V~, 50/60 Hz
Y
Netspanning 200 V~, 50/60 Hz
s
Met eindschakelaar en optische positie
g
Met eindschakelaar voor 24 V en opti-
R
L
2.2 Benamingen onderdelen
1
5
4
1
Magneetspoel
2
Doorstromingslichaam
3
Aansluitkastje
4
Aansluitflens
5
Eindschakelaar
6
Demper
7
Verbindingstechniek
8
Sluitstop
9
Variabele bypass
Luchtmagneetklep
Uitvoeringen
Zonder flens
Rp-binnendraad
Flens conform ISO 7005
NPT-binnendraad
Snel openend, snel sluitend
Netspanning 24 V=
indicatie
sche positie indicatie
Aanzichtzijde: rechts
Aanzichtzijde: links
6
3
7
2
8
2.3 Typeplaatje
Netspanning, opgenomen elektrisch vermogen, om-
gevingstemperatuur, beschermingswijze, inlaatdruk
en inbouwpositie: zie typeplaatje.
Elster GmbH
Osnabrück, Germany
3 InBouWen
opgeLeT
Ondeskundige inbouw
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Afdichtingsmateriaal en vuil, bijv. spanen,
mogen niet in het klephuis terechtkomen.
– Voor elke installatie moet een filter worden
ingebouwd.
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Het apparaat niet in een bankschroef klemmen.
Alleen op de achtkant van de flens met een pas-
sende sleutel vasthouden. Gevaar voor lekkage
aan de buitenkant.
– Magneetkleppen met eindschakelaar VAA..S of
VAA..G: aandrijving niet draaibaar.
➔ Het apparaat spanningsvrij in de leiding monteren.
➔ Inbouwpositie: zwarte magneetspoel verticaal
staand tot horizontaal liggend, niet ondersteboven.
Bij een vochtige omgeving: de zwarte magneet-
9
spoel uitsluitend verticaal staand.
➔ De behuizing mag geen muur aanraken, minimale
afstand 20 mm (0,79").
➔ Op voldoende vrije ruimte voor montage, instelling
en onderhoud letten. Minimale afstand 25 cm (9,8")
boven de zwarte magneetspoel.
NL-2
Vxx
.XXXX