5.1 Bypass-volumestroom
78,7
59,1
39,4
27,6
19,7
11,8
4
De doorstroomkarakteristieken zijn gemeten bij een
gesloten klep.
De instelling voor de openingshoek in de bypass is
afhankelijk van de voordruk en van de benodigde lucht.
6 In BedRIJF sTeLLen
6.1 volumestroom instellen
➔ Bij levering is de klep op de max. volumestroom Q
ingesteld.
➔ Voor de grofinstelling van de volumestroom dient
de aanduiding op de dop.
➔ De dop is draaibaar, zonder de actuele volu-
mestroom te veranderen.
➔ Inbussleutel: 2,5 mm.
➔ Niet over het punt "max." heen draaien.
Q [%]
100
min.
0
➔ De dichtheid van de VAA blijft bestaan wanneer de
stelschroef overdraaid wordt.
200
150
100
70
50
30
10
0,2
0,3
0,5
7,5
11,9
18,7
37,3
-
+
max.
min.
max.
U
20°
30°
40°
10°
0°
1
1,5
2
3
4 5
74,7
187
6.2 starthoeveelheid op vaa../L instellen
➔ De starthoeveelheid is met max. 5 omwentelingen
van de demper instelbaar.
➔ De maximale schakelfrequentie in acht nemen, zie
pagina 10 (12.2 Mechanische gegevens).
➔ Draadstift M5 (inbus 2,5 mm) losdraaien/niet hele-
maal uitschroeven.
1
3 Instellen van de starthoeveelheid door draaien van
de demping, linksom of rechtsom.
4
5 Draadstift M5 er stevig inschroeven.
NL-5
50°
60°
70°
80°
90°
7
10
20
30
Q [m
/h (n)]
3
373
747 1120
Q [SCFH]
-
+
2