Inhoudsopgave
Advertenties
3.3 TC 2 monteren
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Gastoevoer sluiten.
3
4
➔ De O-ringen moeten aan de aansluitstukken van
de TC geplaatst zijn.
➔ De TC aan de klep aan de ingang op de aansluitin-
gen inlaatdruk p
en tussenruimtedruk p
u
➔ Voor de montage de bijgevoegde adapterplaat
gebruiken.
p
z
TC 2..R: Rp ¼
TC 2..N: ¼ NPT
➔ Voor de aanbouw van de adapterplaat aan de
gasmagneetklep adviseren wij Ermeto-schroef-
koppelingen. De afstand met het klephuis moet
mogelijk gecompenseerd worden.
p
u
p
u
➔ Voor het afdichten van buisverbindingen uitsluitend
goedgekeurd afdichtingsmateriaal gebruiken.
6
7
9 Aansluiting tussenruimtedruk p
plaat door middel van een buisleiding 12 x 1,5 of
8 x 1 met de ruimte tussen de kleppen verbinden.
p
u
➔ Op de aansluitingen p
adapterplaat letten.
p
u
p
z
10
11
5
aansluiten.
z
p
z
p
u
8
aan de adapter-
z
p
z
p
z
en p
aan de TC en aan de
u
z
250 Ncm
12
3.4 TC 3 monteren
➔ De TC aan de klep aan de ingang op de aansluitin-
gen inlaatdruk p
druk p
aansluiten. Op de aansluitingen p
d
p
aan de TC letten.
d
TC 3..R: Rp ¼
TC 3..N: ¼ NPT
➔ Buisleiding 12 x 1,5 of 8 x 1 voor de buisverbin-
dingen gebruiken.
p
u
1 TC 3 monteren.
➔ Voor het afdichten van de buisverbindingen uitslui-
tend goedgekeurd afdichtingsmateriaal gebruiken.
2 Niet gebruikte aansluiting p
bijgevoegde sluitstop afsluiten.
4 BedRaden
WaaRsChuWIng
Verwondingsgevaar!
Om ervoor te zorgen dat er geen schade ontstaat,
het volgende in acht nemen:
– Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens
aan stroomvoerende onderdelen te werken de
elektrische bedrading spanningsvrij maken!
– Een verkeerde bedrading kan tot onveilige
situaties en beschadiging van de lektester, van
de branderautomaat of van de kleppen leiden.
– L1 (+) en N (–) niet onderling verwisselen.
– De leidingdoorsnedes moeten voor nominale
stroom volgens de gekozen externe voorzeke-
ring ontworpen zijn.
– De met de TC verbonden klepuitgangen van de
branderautomaat moeten extern (bijv. in de
branderautomaat) met max. 5 A trage zekering
beveiligd worden.
➔ Bedrading volgens EN 60204-1.
➔ Aansluitklemmen met max. 2,5 mm
snede gebruiken.
➔ Niet aangesloten leidingen (reserve aders) moeten
op de einden geïsoleerd worden.
➔ Afstandsontgrendeling niet cyclisch (automatisch)
aansturen.
➔ De gegevens op het typeplaatje dienen met de
netspanning overeen te stemmen.
➔ Lengte van de verbindingskabel, zie pagina 10
(11 Technische gegevens).
NL-4
, tussenruimtedruk p
u
z
p
p
p
z
d
p
z
aan de TC met de
z
2
leidingdoor-
en uitlaat-
, p
en
u
z
p
z
u
p
d
Advertenties
Inhoudsopgave
