10 ondeRhoud
TC 1, TC 2, TC 3 is onderhoudsarm.
Wij adviseren 1 x per jaar een functietest uit te voeren,
bij gebruik van biogas minstens 2 x per jaar.
11 TeChnIsChe gegevens
11.1 omgevingsomstandigheden
IJsvorming, condensatie en condensatiewater in en
aan het apparaat is niet toegestaan.
Direct zonlicht of straling van gloeiende oppervlakken
op het apparaat voorkomen. Max. medium- en om-
gevingstemperatuur in acht nemen!
Corrosieve invloeden, bijv. een zilte omgevingslucht
of SO
, vermijden.
2
Het apparaat mag alleen in gesloten ruimtes/gebou-
wen opgeslagen/ingebouwd worden.
Het apparaat is geschikt voor een maximale plaat-
singshoogte van 2000 m boven zeeniveau.
Omgevingstemperatuur: -20 tot +60°C (-4 tot
+140°F), geen condensatie toegestaan.
Continubedrijf bij hoge omgevingstemperaturen
versnelt de veroudering van het elastomeermateriaal
en vermindert de levensduur (neem contact op met
de fabrikant).
Opslagtemperatuur = transporttemperatuur: -20 tot
+40°C (-4 tot +104°F).
Beschermingswijze: IP 65.
Het apparaat is niet geschikt voor reiniging met een
hogedrukreiniger en/of reinigingsmiddelen.
11.2 Mechanische gegevens
Gassoorten: aardgas, lpg (gasvormig), biogas (max.
0,1 vol.-% H
S) of schone lucht. Het gas moet
2
onder alle temperatuurcondities schoon en droog
zijn en mag niet condenseren.
Temperatuur van het medium = omgevingstempe-
ratuur.
Inlaatdruk p
: 10 tot 500 mbar (3,9 tot 195 "WC).
u
Meettijd t
: van 5 tot 30 s instelbaar. Bij levering
M
ingesteld op 30 s.
Klepopeningstijd: 3 s.
Behuizing van stootvast kunststof.
Aansluitstukken: aluminium.
Gewicht:
TC 1V: 215 g (0,47 lbs),
TC 2 met adapter: 260 g (0,57 lbs),
TC 3: 420 g (0,92 lbs).
11.3 elektrische gegevens
Netspanning en stuurspanning:
120 V~, -15/+10%, 50/60 Hz,
230 V~, -15/+10%, 50/60 Hz,
24 V=, ±20%.
Eigen verbruik (alle leds groen):
5,5 W bij 120 V~ en 230 V~,
2 W bij 24 V=,
TC 3: bovendien 8 VA voor een hulpklep.
Miniatuurzekering:
5 A, traag, H, 250 V, volgens IEC 60127-2/5,
F1: beveiliging van de klepuitgangen (klemmen 15
en 16), storingsmelding (klem 12) en voorziening
van de stuuringangen (klemmen 2, 7 en 8).
F2: beveiliging van het voorwaardencircuit/vrijgave
(klem 6).
De ingangsstroom op klem 1 mag 5 A niet over-
schrijden.
Max. belastingsstroom (klem 6) voor het voorwaar-
dencircuit/vrijgave en de klepuitgangen (klemmen
15 en 16):
met netspanning 230/120 V~, max. 3 A resistieve
belasting,
met netspanning 24 V=, max. 5 A resistieve belas-
ting.
Storingsmelding (klem 12):
Storingsuitgang bij net- en stuurspanning
120 V~/230 V~/24 V=:
max. 5 A,
storingsuitgang met netspanning 120 V~/230 V~,
stuurspanning 24 V=:
max. 100 mA.
Schakelcycli van de TC:
250.000 conform EN 13611.
Ontgrendeling: door een drukknop op het apparaat
of door afstandsontgrendeling.
Lengte van de verbindingskabel:
bij 230 V~/120 V~: willekeurig, bij 24 V= (voeding
met PE verbonden): toegestaan max. 10 m,
bij 24 V= (voeding niet met PE verbonden): wille-
keurig.
5 kabelwartels:
M16 x 1,5.
Elektrische aansluiting:
Leidingdoorsnede: min. 0,75 mm
max. 2,5 mm
2
(AWG 14).
12 LevensduuR
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd op een
gebruik van het product conform deze bedienings-
handleiding. Het is noodzakelijk de veiligheidsrelevan-
te producten na het bereiken van hun levensduur te
vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van productie)
conform EN 13611 voor TC 1, TC 2, TC 3:
schakelcycli
250.000
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
NL-10
2
(AWG 19),
Tijd (jaren)
10