3 InBouWen
opgeLeT
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Condensvorming in het apparaat voorkomen.
– Het apparaat niet in de buitenlucht opslaan of
inbouwen.
– Max. inlaatdruk in acht nemen.
– Bijpassende sleutel gebruiken. Het apparaat niet
als hefboom gebruiken. Gevaar voor lekkage
aan de buitenkant!
➔ Inbouwpositie verticaal of horizontaal, het deksel
van de behuizing/weergave-elementen niet boven
of beneden. Bij voorkeur wijst de elektrische aan-
sluiting naar onder of naar de uitlaat.
➔ Het apparaat mag de muur niet raken. Minimale
afstand 20 mm (0,78").
➔ Bijgevoegde O-ringen gebruiken.
➔ Bij zeer grote testvolumes V
afblaasleiding de nominale diameter 40 hebben, om
het testvolume V
te kunnen ontluchten.
P
3.1 TC 1v aan valvario-armaturen monteren
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Gastoevoer sluiten.
3
4
➔ De O-ringen moeten aan de aansluitstukken van
de TC geplaatst zijn.
➔ Bij magneetkleppen met eindschakelaar VCx..S of
VCx..G is de magneetspoel niet draaibaar!
➔ De TC aan de klep aan de ingang op de aansluitin-
gen inlaatdruk p
en tussenruimtedruk p
u
Op de aansluitingen p
gasmagneetklep letten.
➔ TC en bypass-klep/aansteek-gasklep kunnen niet
samen aan dezelfde aanbouwzijde van de duo-
blokklep gemonteerd worden.
➔ Bij een VCx-combinatie wordt aanbevolen, de by-
pass-klep/aansteek-gasklep altijd aan de achter-
kant van de tweede klep en de lektester altijd aan
de aanzichtzijde van de eerste klep samen met het
aansluitkastje te monteren.
moet een gebruikte
P
5
aansluiten.
z
en p
aan de TC en aan de
u
z
➔ Via twee onverliesbare, zelftappende combi-schroe-
ven voor Torx T20 (M4) in de binnenruimte van de
behuizing wordt de TC bevestigd. Andere schroe-
ven niet losdraaien!
vas 1–3, vCx 1–3
a
➔ De schroeven met max. 250 Ncm aantrekken.
vas 6–9, vCx 6–9
a
➔ De schroeven met max. 250 Ncm aantrekken.
3.2 TC 1C aan regelcombinatie Cg monteren
1 Installatie spanningsvrij maken.
2 Gastoevoer sluiten.
3
➔ De O-ringen moeten aan de aansluitstukken van
de TC geplaatst zijn.
➔ Voor de montage van de TC 1C aan de regelcom-
binatie CG de bijgevoegde adapterplaat gebruiken.
➔ De TC aan de klep aan de ingang op de aansluitin-
gen inlaatdruk p
Op de aansluitingen p
6
9
10
➔ De schroeven met max. 250 Ncm aantrekken.
NL-3
Torx T20
p
p
z
u
max. 250 Ncm
b
c
p
u
max. 250 Ncm
p
z
b
c
4
5
en tussenruimtedruk p
u
en p
aan de CG letten.
u
z
p
u
p
z
7
8
11
aansluiten.
z
p
u
p
z