? het display knippert en toont E b 2?
! Plausibiliteitscontrole was niet succesvol, K-Safe-
tyLink-configuratie ongeldig.
• SafetyLink-configuratie in BCSoft controleren
en nogmaals aan het apparaat doorgeven.
? het display knippert en toont E b 4?
! K-SafetyLink wacht op configuratie.
• Met BCSoft een SafetyLink-project aanmaken
en de configuratie in het apparaat invoeren.
? het display knippert en toont E b 5?
! Controle van de slave-configuratie ontbreekt of is
mislukt.
• Met BCSoft op de aan de slave toegekende
SafetyLink-master de verificatie van de confi-
guratie starten en uitvoeren.
? het display knippert en toont E b 7?
! Incompatibele of defecte busmodule.
• Busmodule door functioneel apparaat (voor
K-SafetyLink) vervangen.
? het display knippert en toont E b 8?
! Het apparaat wordt door twee of meerdere
apparaten met hetzelfde adres aangesproken.
• Configuratie in BCSoft controleren.
➔ Elk apparaat moet een eenduidig adres hebben.
• Het apparaat met de verkeerde adresconfigu-
ratie uit het netwerk verwijderen of opnieuw
configureren.
• De juiste toewijzing van de master- en
slave-apparaten met de verificatieprocedure
controleren.
? het display knippert en toont E b 9?
! Het apparaat wordt door een of meerdere appa-
raten met een onbekend adres aangesproken.
• Configuratie in BCSoft controleren.
➔ Elke slave mag slechts aan één master zijn
toegekend.
• Het apparaat met de verkeerde adresconfigu-
ratie uit het netwerk verwijderen of opnieuw
configureren.
• De juiste toewijzing van de master- en
slave-apparaten met de verificatieprocedure
controleren.
? het display knippert en toont E CC?
! Verkeerde of defecte parameter-chip-card (PCC).
• Alleen een hiervoor bestemde parame-
ter-chip-card gebruiken.
➔ Actuele parametrering opnieuw importeren.
• Defecte parameter-chip-card vervangen.
? het display knippert en toont E c 1?
! Ingangssignaal van de klepeindschakelaar (POC)
ontbreekt wanneer de installatie bedrijfsklaar is.
• Bedrading controleren.
• Parametrering van de ingangen klem 36, 37
of 38 controleren.
➔ Bij gesloten klep moet er netspanning op de
BCU (klemmen 36, 37, 38) aanwezig zijn.
• De eindschakelaar en de klep op hun juiste
werking controleren; defecte klep vervangen.
? het display knippert en toont E c 8?
! De BCU krijgt geen informatie, dat het eindscha-
kelaarcontact nog geopend is.
• Bedrading controleren.
• Parametrering van de ingangen klem 36, 37
of 38 controleren.
➔ Tijdens bedrijf mag bij geopende klep geen
netspanning op de BCU (klemmen 36, 37, 38)
aanwezig zijn.
• De eindschakelaar en de klep op hun juiste
werking controleren; defecte klep vervangen.
? het display knippert en toont E d 0?
! De rustcontrole van de luchtdrukschakelaar is
mislukt.
• Functie van de luchtdrukschakelaar controle-
ren.
NL-23