Exploitatieniveau
Voorprogrammering
De wijze waarop de tijd aangegeven
wordt bij voorprogrammering kan ge-
wijzigd of uitgeschakeld worden.
– Uit
De voorprogrammering kan niet wor-
den geselecteerd.
– Programma-einde (fabrieksinstelling)
Met de voorprogrammering legt u
vast, wanneer een programma beëin-
digd moet worden.
– Programmabegin
Met de voorprogrammering legt u
vast, wanneer een programma ge-
start moet worden.
– Tijd tot start
Met de voorprogrammering legt u
vast, na hoeveel uur een programma
gestart moet worden (maximaal
96 uur).
Programmanaam
Bij de selectie van de standaardpro-
gramma's kan de naam van het
droogprogramma in het display ge-
toond worden.
– Fabrieksinstelling: aan
De programmanaam wordt bij de
programmakeuze gedurende enkele
seconden getoond voordat het basis-
menu verschijnt.
– Uit
Het basismenu wordt direct getoond.
92
Droogtegraad Wit/Bont
Droogtegraad Kreukherstel-
lend
Droogtegraad Automatic plus
De droogtegraden van de program-
ma's Witte/bonte was, Kreukherstel-
lend en Automatic plus kunnen indivi-
dueel worden aangepast.
Als u deze instelling wijzigt, leidt dit tot
een hoger energieverbruik.
U kunt 7 standen instellen.
Fabrieksinstelling: normaal
Droogtegraad Mangeldroog
De droogtegraad Mangeldroog in het
programma Witte/bonte was kan indi-
vidueel worden aangepast.
Als u deze instelling wijzigt, leidt dit tot
een hoger energieverbruik.
U kunt in dit programma het restvocht-
percentage in 11 stappen wijzigen: van
16% (droger) tot 26% (vochtiger).
Fabrieksinstelling: 20%