Werkingsprincipe
Werkingsprinci-
De omvormer werkt volautomatisch. Zodra er na zonsopgang voldoende energie
pe
uit de zonnepanelen beschikbaar is, begint de omvormer met het controleren van
de PV-installatie (isolatiemeting) en het net (netspanning en netfrequentie). Als
alle waarden binnen het normatieve bereik liggen, vindt automatische aansluiting
op het stroomnetwerknet plaats en wordt de terugleveringsmodus gestart.
De omvormer werkt altijd zo, dat het maximaal mogelijke vermogen aan de zon-
nepanelen wordt ontnomen. Deze werking wordt als 'Maximum Power Point Trac-
king' (MPPT) aangeduid. Als de zonnepanelen in de schaduw staan, kan met de
functie "Dynamic Peak Manager" toch een groot deel van het lokale maximale
vermogen (LMPP) van de PV-installatie worden verkregen.
Zodra na het invallen van de schemering het aanbod van energie voor de terugle-
vering van elektriciteit niet meer voldoende is, wordt door de omvormer de ver-
binding tussen de vermogenselektronica en het stroomnet volledig onderbroken
en het systeem uitgeschakeld. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven
behouden.
Koeling van de
De koeling van de omvormer vindt plaats door geforceerde ventilatie m.b.v. tem-
omvormer door
peratuurgeregelde ventilatoren. De aan de voorzijde aangezogen lucht wordt via
geforceerde ven-
een gesloten kanaal door de AC- en DC-koellichamen en vervolgens direct via de
tilatie
inductiviteiten geleid en afgevoerd.
Het gesloten luchtkanaal zorgt ervoor dat de elektronica niet met de buitenlucht
in aanraking komen. Daardoor wordt vervuiling van de elektronica in hoge mate
voorkomen.
Het toerental van de ventilator en de temperatuur van de omvormer worden ge-
controleerd.
De toerentalgeregelde ventilatoren met kogellagers van de omvormer zorgen
voor:
-
-
-
-
Gedrag bij over-
Als de apparaattemperatuur van de omvormer te hoog wordt, smoort de omvor-
belasting
mer ter zelfbescherming automatisch het huidige uitvoervermogen. Oorzaken
van een te hoge apparaattemperatuur kunnen een hoge omgevingstemperatuur
of onvoldoende warmteafvoer zijn (bijv. bij inbouw in containers zonder voldoen-
de warmteafvoer).
Het vermogen van de omvormer wordt zodanig gereduceerd dat de temperatuur
de toegestane waarde niet overschrijdt.
Als een maximumtemperatuur wordt overschreden, wordt de omvormer in een
veilige toestand uitgeschakeld en wordt de terugleveringsmodus pas hervat na-
dat het apparaat is afgekoeld.
een optimale koeling van de omvormer
koelere onderdelen en dus een langere levensduur
zo laag mogelijk energieverbruik
hoog uitvoervermogen, zelfs in het bovenste temperatuurbereik van de om-
vormer
21